U kunt papier laden met behulp van de animaties op het lcd-scherm van de printer.
Selecteer
en selecteer vervolgens Hoe > Papier laden. Selecteer de papiersoort en de papierbron die u wilt gebruiken om de animaties weer te geven. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten.

Trek niet meer dan twee papiercassettes tegelijk uit. Hierdoor kan de printer onstabiel worden en vallen.
Trek geen papiercassette uit tijdens het afdrukken.
Trek de papiercassette niet uit met teveel kracht. Hierdoor kan het papier verkeerd uitgelijnd zijn waardoor het papier gaat scheeftrekken of vastloopt.
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor enveloppen is opgegeven omdat hierdoor problemen met de papiertoevoer kunnen worden veroorzaakt.
Laad gecoat papier per vel in de papierlade.
Zorg ervoor dat u de zijgeleiders aanpast aan het formaat van het papier dat wordt geladen. Als het papierformaat fout is, kan dit een probleem met de papiertoevoer, een papierstoring of fout veroorzaken.
Als de papiersoort niet correct is ingesteld, kan dit afdrukproblemen veroorzaken.
Wanneer u afdrukt op ander papier dan standaard papier, moet u het papierformaat opgeven in Gebruikergedefinieerd formaat (Windows) / Aangepaste formaten (Mac OS) in het printerstuurprogramma. Als u doorgaat met afdrukken wanneer een ander papierformaat is geselecteerd, kan de fixeereenheid binnenin de printer beschadigd raken.