De items zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van andere instellingen die u hebt geconfigureerd.
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
Brochure
Brochure
Configureer deze instellingen wanneer u een boekje wilt maken van de kopieën.
Brochure
Hiermee kunt u een boekje maken van de kopieën.
Binding
Selecteer de inbindpositie van het boekje.
Bindmarge
Geef de inbindmarge op. U kunt een inbindmarge van 0 tot 50 mm instellen in stappen van 1 mm.
Omslag
Hiermee kunt u een omslag toevoegen aan het boekje.
Formaat van origineel
Selecteer het formaat van uw origineel.
Papierinstelling
Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken voor het afdrukken.
Dubbelzijdig
Selecteer dubbelzijdige lay-out.
Omslag en Tussenblad
Omslag
Geef het volgende op als u een omslag wilt toevoegen aan de kopieën.
Vooromslag
Hiermee kunt u een voorkant toevoegen aan de kopieën. Selecteer bij Papierinstelling de papierbron als u papier voor de omslag hebt geladen. Als u niet wilt afdrukken op de voorkant, selecteert u Niet afdrukken bij Afdrukmodus.
Achteromslag
Hiermee kunt u een achterkant toevoegen aan de kopieën. Selecteer bij Papierinstelling de papierbron als u papier voor de omslag hebt geladen. Als u niet wilt afdrukken op de achterkant, selecteert u Niet afdrukken bij Afdrukmodus.
Tussenblad
Configureer deze instellingen wanneer u scheidingsvellen wilt invoegen in de kopieën.
Einde opdracht
Hiermee kunt u scheidingsvellen invoegen bij elke kopie van de taak. Selecteer bij Papierinstelling de papierbron als u papier voor de scheidingsvellen hebt geladen.
Einde instelling
Hiermee kunt u bij elke set een scheidingsvel invoegen. Selecteer bij Papierinstelling de papierbron als u papier voor de scheidingsvellen hebt geladen. U kunt bij Vellen per set ook het invoeginterval voor de scheidingsvellen opgeven.
Einde van pagina of hoofdstuk
Hiermee kunt u instellen dat scheidingsvellen voor hoofdstukken op de gewenste pagina's worden ingevoegd. De instellingswaarden worden opgeslagen en in een lijst weergegeven. U kunt de details van de instellingen controleren door de instelling in de lijst te selecteren. U kunt de instelling ook bewerken en verwijderen.
Formaat van origineel
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u Automatische herkenning selecteert, wordt het formaat van het origineel automatisch gedetecteerd. Wanneer u originelen wilt kopiëren die geen standaardformaat hebben, selecteert u Gebruikergedef.. Geef vervolgens het formaat van het origineel op.
Orig. gemengd formaat
U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A4 en A5. Als u deze combinaties gebruikt, worden originelen gekopieerd op de werkelijke grootte van de originelen. Lijn bij het plaatsen de breedte van de originelen uit, zoals hieronder weergeven.
Afdrukstand (origineel)
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Boek → 2 pagina's
Kopieert twee tegenoverliggende pagina's van een brochure op afzonderlijke bladen.
Selecteer welke pagina van een brochure u wilt scannen.
Ononderbroken scannen
U kunt een groot aantal originelen in batches in de ADF plaatsen en deze scannen in een enkele scantaak.
Beeldkwaliteit
Afbeeldingsinstellingen aanpassen.
Contrast
Het verschil tussen heldere en donkere delen aanpassen.
Verzadiging
De levendigheid van de kleuren aanpassen.
Roodbalans, Groenbalans, Blauwbalans
De dichtheid van elke kleur aanpassen.
Scherpte
De omtrek van de afbeelding aanpassen.
Tintinstelling
De kleurtint van de huid aanpassen. Tik op + om deze kouder te maken (meer groen) en tik op - om deze warmer te maken (meer rood).
Achtergr.verwijderen
De donkerheid van de achtergrond aanpassen. Tik op + om de achtergrond lichter (witter) te maken en tik op - om de achtergrond donkerder (zwarter) te maken.
Als u Auto selecteert, worden de achtergrondkleuren van de originelen gedetecteerd en worden deze automatisch lichter gemaakt of verwijderd. Dit wordt niet correct toegepast wanneer de achtergrondkleur te donker is of niet wordt gedetecteerd.
Bindmarge
Configureer instellingen zoals de inbindpositie, de bindbreedte en de afdrukstand van het origineel. Door de specificaties van deze printer, kunt u niet kopiëren binnen 3 mm vanaf de rand van het papier. Daarom zal er, zelfs als de inbindmarge op 3 mm of minder is ingesteld, toch een marge van 3 mm zijn.
U kunt in de volgende drie menu's ook selecteren hoe de inbindmarge moet worden gemaakt.
Bindbreedte
Hiermee wordt de afbeelding volgens de bindbreedte verschoven en gekopieerd. Als de afbeelding aan de andere kant van de inbindmarge over de rand van het papier steekt, worden de gegevens niet afgedrukt.
Passend verkleinen
Hiermee wordt de gescande afbeelding volgens de bindbreedte naar een kleiner formaat gescand, zodat deze op het papier past. Als de waarde bij Zoom groter is dan het papierformaat, worden gegevens mogelijk buiten de randen van het papier afgedrukt.
Beeld buiten marge wissen
Hiermee wordt de afbeelding op de plek van de inbindmarge gewist om de breedte van de inbindmarge te waarborgen.
Passend verkleinen
Kopieert de gescande afbeelding op een kleiner formaat dan de waarde voor Verklein/Vergroot zodat deze op de het papierformaat past. Als de waarde Verklein/Vergroot groter is dan het papierformaat, worden gegevens mogelijk buiten de randen van het papier afgedrukt.
Schaduw verw.
Hiermee verwijdert u schaduwen in het origineel die in de kopieën zichtbaar zijn.
Kader
Hiermee verwijdert u schaduwen die verschijnen rond kopieën wanneer dik papier wordt gekopieerd.
Midden
Hiermee verwijdert u schaduwen die verschijnen in het midden van kopieën wanneer een boekje wordt gekopieerd.
Ponsgaten verw
Verwijdert de bindgaten bij het kopiëren.
ID-kaart-kopie
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
Proefexemplaar
Wanneer u meerdere kopieën maakt, kunt u beginnen met één kopie om het resultaat te controleren, en dan de rest kopiëren.
Stempel
Stempel
Selecteer Aan om stempels af te drukken op uw kopieën.
Type
Selecteer het stempeltype.
Stempelpositie
Selecteer de stempelpositie.
Pagina afdrukken
Selecteer op welke pagina u de stempel wilt afdrukken.
Grootte
Selecteer de grootte van de stempel.
Afdrukkleur
Selecteer de kleur van de stempel.
Transparantie
Geef aan of u de stempel doorzichtig wil maken.
Datumstempel
Datumstempel
Selecteer Aan om datumstempels af te drukken op uw kopieën.
Datumnotatie
Selecteer de datumnotatie.
Stempelpositie
Selecteer de positie voor de datumstempel.
Grootte
Selecteer het formaat van de datumstempel.
Achtergrond
Selecteer of de achtergrond voor de datumstempel wit moet zijn. Als u Wit selecteert, kunt u de datumstempel duidelijk zien als de achtergrond voor de gegevens niet wit is.
Paginanummering
Paginanummering
Selecteer Aan als u op de kopieën paginanummers wilt afdrukken.
Formaat
Selecteer de indeling voor paginanummering.
Stempelpositie
Selecteer de positie voor paginanummering.
Nummering wijzigen
Selecteer op welke pagina u het paginanummer wilt afdrukken. Selecteer Nummer beginpagina om op te geven op welke pagina het afdrukken van de paginanummer moet beginnen. U kunt het paginanummer waarmee moet worden gestart ook opgeven in Nummer eerste afdruk.
Grootte
Selecteer het formaat van het nummer.
Achtergrond
Selecteer of de achtergrond voor het paginanummer wit moet zijn. Als u Wit selecteert, ziet u het paginanummer duidelijk als de achtergrond van het origineel niet wit is.
Bestand opslaan
U kunt de gescande afbeelding opslaan in de opslagruimte.
Instelling:
Geef aan of de gescande afbeelding alleen in de opslagruimte moet worden opgeslagen.
Map (vereist):
Selecteer de opslagruimte waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan.
Bestandsnaam:
Geef de bestandsnaam op.
Bestandswachtwoord:
Stel het wachtwoord voor het bestand in.
Gebruikersnaam:
Geef de gebruikersnaam op.
Afdruksets
Hiermee kunt u instellen dat kopieën in groepen worden gesorteerd. U kunt het aantal kopieën, het aantal sets en de afwerkingsopties instellen.
Rode kleur wissen
Selecteer deze optie om kopieën te maken waarbij rode tekens in originelen worden gewist.