Pas de instellingen aan op basis van het type papierafwijking.
Deze aanpassing is alleen mogelijk wanneer het papierformaat Letter 
, A4 , B5 of 16K is.
Bedieningspaneel
1. Selecteer op het startscherm het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Verbetering uitlijning afdruk
2. Tik op 
of 
bij Afwerkingseenheid om de aanpassingswaarde in te stellen op 2 of 1. Druk vervolgens af.
Printerstuurprogramma (Windows)
1. Selecteer het volgende.
Tabblad Hulpprogramma's > Extra instellingen > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid) > Uit
2. Klik op Instellingen om het aanpassingsscherm weer te geven.
Instellingen is beschikbaar wanneer een andere optie dan Uit is geselecteerd bij Nieten op het tabblad Afwerking.
3. Verplaats de schuifbalk om de aanpassingswaarde in te stellen op 2 of 1. Druk vervolgens af.
Printerstuurprogramma (Mac OS)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren (of Systeeminstellingen) in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Selecteer Opties en toebehoren > Opties > Printout Alignment Improvement(Finisher) (Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid)) > Uit en klik vervolgens op OK.
3. Selecteer Papierconfiguratie > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid) in het afdrukscherm en verplaats de schuifbalk om de aanpassingswaarde in te stellen op 2 of 1. Druk vervolgens af.
De schuifbalk is beschikbaar wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan.
Interne afwerkingseenheid is geselecteerd bij Opties en toebehoren > Opties > Optionele uitvoerlades.
Aan of Uit is geselecteerd bij Opties en toebehoren > Opties > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid).
Een ander item dan Uit is geselecteerd bij Afwerking — nieten in het afdrukscherm.
Bedieningspaneel
1. Selecteer op het startscherm het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Verbetering uitlijning afdruk
2. Stel Afwerkingseenheid > Instel. in op Aan.
3. Tik op
of om de aanpassingswaarde in te stellen op 5. Druk vervolgens af.
Stel de aanpassingswaarde in op 4 of 3 als de uitlijning na de aanpassing trapvormig is. Druk vervolgens af.
Printerstuurprogramma (Windows)
1. Selecteer Aan bij Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid) in het volgende menu en klik op Instellingen.
Tabblad Hulpprogramma's > Extra instellingen > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid)
Instellingen is beschikbaar wanneer een andere optie dan Uit is geselecteerd bij Nieten op het tabblad Afwerking.
2. Verplaats de schuifbalk om de aanpassingswaarde in te stellen op 5. Druk vervolgens af.
Stel de schuifbalk in op 4 of 3 als de uitlijning na de aanpassing trapvormig is. Druk vervolgens af.
Printerstuurprogramma (Mac OS)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren (of Systeeminstellingen) in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Selecteer Opties en toebehoren > Opties > Printout Alignment Improvement(Finisher) (Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid)) > Aan en klik vervolgens op OK.
3. Selecteer Papierconfiguratie > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid) in het afdrukscherm en verplaats de schuifbalk om de aanpassingswaarde in te stellen op 5. Druk vervolgens af.
Stel de aanpassingswaarde in op 4 of 3 als het resultaat trapvormig is. Druk vervolgens af.
De schuifbalk is beschikbaar wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan.
Interne afwerkingseenheid is geselecteerd bij Opties en toebehoren > Opties > Optionele uitvoerlades.
Aan of Uit is geselecteerd bij Opties en toebehoren > Opties > Uitlijnen van afdrukken verbeteren (afwerkingseenheid).
Een ander item dan Uit is geselecteerd bij Afwerking — nieten in het afdrukscherm.