/ Scannen (aangepast) / Geavanceerd scannen / Twee mapniveaus maken met twee soorten streepjescodes

Twee mapniveaus maken met twee soorten streepjescodes

Met de twee soorten streepjescode-informatie in het document kunt u twee mapniveaus maken en opslaan.

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een taak kunt instellen waarmee een map met de eerste streepjescode-informatie wordt gemaakt en vervolgens een map met de tweede streepjescode-informatie eronder in de mapstructuur wordt gemaakt.

  1. 1Open het scherm Taakinstellingen en klik op het tabblad 2. Opslaan.

  2. 2Selecteer Gebruik taakscheiding, stel Scheiding in op Streepjescode en klik vervolgens op Instellingen scheiding.

  3. 3Selecteer in het scherm Instellingen taakscheiding het type streepjescode dat u voor de eerste map wilt gebruiken.

    Schakel Alle streepjescode-types uit om afzonderlijke streepjescodetypen te selecteren.

    In dit voorbeeld is een QR-code geselecteerd.

  4. 4Selecteer Maak map en selecteer vervolgens Streepjescode bij Componenten mapnaam.

    Opmerking:

    Met de cursor kunt u aangeven waar u Componenten mapnaam wilt toevoegen.

    U kunt de volgorde van componenten ook wijzigen door toegevoegde items te selecteren en ze te verslepen.

    Als u een component wilt verwijderen, selecteert u het toegevoegde item en verwijdert u het met de Delete-toets op uw toetsenbord.

  5. 5Selecteer Taakscheiding toepassen in twee fasen, stel Scheiding in op Streepjescode en klik vervolgens op Instellingen scheiding.

  6. 6Selecteer daarna in het scherm Instellingen taakscheiding het type streepjescode dat u voor de tweede map wilt gebruiken. Selecteer Maak map, selecteer Streepjescode bij Componenten mapnaam en voeg het toe aan Mapnaam.

    Schakel Alle streepjescode-types uit om afzonderlijke streepjescodetypen te selecteren.

    In dit voorbeeld is CODE128 geselecteerd.

    Opmerking:
    • Met de cursor kunt u aangeven waar u Componenten mapnaam wilt toevoegen.

      U kunt de volgorde van componenten ook wijzigen door toegevoegde items te selecteren en ze te verslepen.

      Als u een component wilt verwijderen, selecteert u het toegevoegde item en verwijdert u het met de Delete-toets op uw toetsenbord.

    • Wanneer u een 2D-streepjescode met veel informatie gebruikt, moet u het maximale aantal tekens opgeven dat moet worden gebruikt voor scheiden op Maximale lengte gedetecteerde tekst.

    • Als u wilt controleren of de streepjescode correct is herkend, selecteert u Toon het detectieresultaat. U kunt het herkende gebied en de tekst controleren op het scherm dat na het scannen verschijnt. U kunt het te herkennen gebied ook opnieuw opgeven of de tekst corrigeren.

Boven