Scherm 4. Verzenden
In dit scherm kunt u de Bestemming selecteren en de bestemmingsinstellingen configureren.
|
Item |
Uitleg |
|---|---|
|
Bestemming |
Kies de bestemming in de lijst. Als u Geen actie selecteert, worden bestanden opgeslagen, maar niet verzonden. Selecteer Map openen om de bestemmingsmap te openen nadat het bestand is opgeslagen. Als u een andere bestemming selecteert, worden de instellingen voor die bestemming op het scherm weergegeven. Opmerking:
U kunt andere opslagdiensten dan de hierboven vermelde diensten als bestemming toevoegen. Klik op Bestemming toevoegen, en installeer vervolgens de bestemmingsconnector die u wilt gebruiken op het weergegeven scherm. |
|
Wis bestand(en) na het versturen |
Wanneer u deze optie selecteert, worden bestanden die op het tabblad 2. Opslaan zijn gemaakt, verwijderd nadat ze naar de bestemming zijn verzonden. De weergave van dit item is afhankelijk van de geselecteerde Bestemming. |
