Menuopties voor scannen naar een map

Opmerking:

De items zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van andere instellingen die u hebt geconfigureerd.

Beeldtype:

Selecteer de kleur van de uitvoerafbeelding.

Wanneer u het volgende selecteert, detecteert de scanner automatisch de kleur van de originelen en worden de afbeeldingen met de gedetecteerde kleuren opgeslagen.

  • Kleur/Grijswaarden/Z-W

    Hiermee converteert u de gescande afbeelding naar 24-bits kleuren, 8-bits grijswaarden of monochroom (zwart-wit binair). Wanneer deze optie is geselecteerd, moet u de gevoeligheid instellen om te bepalen of het origineel in grijswaarden of monochroom is bij het scannen van een origineel zonder kleur.

  • Kleur/Zwart-wit:

    hiermee converteert u de gescande afbeelding naar 24-bits kleuren of monochroom (zwart-wit binair).

  • Kleur/Grijswaarden:

    hiermee converteert u de gescande afbeelding naar 24-bits kleuren of 8-bits grijs.

Welke afbeeldingstypen beschikbaar zijn, kan variëren afhankelijk van het Bestandsindeling dat u hebt geselecteerd. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.

Combinatie van beschikbare Bestandsindeling en Beeldtype

Bestandsindeling:

Selecteer de indeling waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan.

Wanneer u de afbeelding als PDF, PDF/A of TIFF wilt opslaan, moet u aangeven of alle originelen als één bestand (meerdere pagina's) moeten worden opgeslagen of dat elk origineel apart (één pagina) moet worden opgeslagen.

  • Compressiever.:

    Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.

  • PDF-instellingen:

    Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-bestanden te beveiligen.

    Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.

Resolutie:

Selecteer de scanresolutie.

Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over bestandsresoluties die niet kunnen worden geselecteerd.

Beschikbare resoluties

Scanzijde:

Selecteer de zijde van het origineel die u wilt scannen wanneer u scant met de ADF.

  • Documentrichting:

    Selecteer de afdrukstand van het origineel.

  • Binden (origineel):

    Selecteer de bindrichting van het origineel.

Formaat van origineel:

Selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.

Opmerking:

U kunt een aangepast formaat voor het origineel instellen bij Door gebruiker ingesteld.

Welke grootte u voor het origineel kunt definiëren, is afhankelijk van de documentbron waarin het origineel is geplaatst. Voer de waarden in op basis van de getallen die op het scherm worden weergegeven.

: wanneer het origineel op de glasplaat is geplaatst

: wanneer het origineel in de ADF is geplaatst

  • Documentrichting:

    Selecteer de afdrukstand van het origineel.

  • Marges bijsnijden voor formaat "Auto":

    Pas het bijsnijdgebied aan bij het selecteren van Automatische herkenning.

Documentrichting:

Selecteer de afdrukstand van het origineel.

Opmerking:

De instelling Documentrichting wordt gesynchroniseerd met de instelling Scanzijde en Formaat van origineel. Als u een van deze instellingen wijzigt, wordt de wijziging ook op de andere instellingen toegepast.

Tekstverbetering:

U kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken. U kunt ook het doorschijnen of de onregelmatigheid van de achtergrond verminderen.

  • Lichte letters benadrukken / Achtergrond verwijderen:

    U kunt het correctieniveau tussen tekst en achtergrond instellen. Wanneer u de regelaar dichter naar Lichte letters benadrukken schuift, worden de lichte letters in de gescande afbeelding benadrukt. Wanneer u de regelaar dichter naar Achtergrond verwijderen schuift, worden de achtergrondkleur, patronen, kreukels of verschuivingen in de gescande afbeelding verwijderd.

  • Puntruis verwijderen:

    U kunt zwarte puntjes in de achtergrond van het origineel verwijderen die niet kunnen worden verwijderd door de achtergrond op te lichten. U kunt het effectenniveau aanpassen.

Opmerking:

Wanneer u deze functie selecteert, kunnen ook kleine puntjes en de zwarte puntjes in de achtergrond worden verwijderd.

Draaien:

Draai de gescande afbeelding rechtsom. Selecteer de rotatiehoek afhankelijk van het origineel dat u wilt scannen.

Dichtheid:

Selecteer het contrast van de gescande afbeelding.

Achtergrond verwijderen:

Verwijder de achtergrondkleur van de originelen uit de gescande afbeelding.

Als u deze functie wilt gebruiken, moet de achtergrondkleur van de originelen de lichtste kleur in de originelen zijn, en moet deze kleur overal hetzelfde zijn. De functie wordt niet correct toegepast als de achtergrond patronen bevat, of als het origineel tekst of illustraties bevat van een lichtere kleur dan de achtergrond.

Schaduw verw.:

Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande afbeelding zichtbaar zijn.

  • Kader:

    Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.

Scheve documenten corrigeren:

Corrigeer het scheeftrekken van de geselecteerde afbeelding.

Documenten waarvan de inhoud te schuin staat, kunnen mogelijk niet worden gecorrigeerd.

Lege pagina's overslaan:

Selecteer deze optie om blanco pagina's in de originelen over te slaan bij scannen met de ADF.

Als het resultaat niet naar wens is, kunt u het detectieniveau aanpassen.

Opmerking:

Sommige pagina's kunnen verkeerdelijk worden overgeslagen als lege pagina's.

Pagina's toevoegen na scannen:

Nadat u eenmaal hebt gescand, kunt u met dezelfde scaninstellingen nog meer originelen scannen. Als u een bestandsindeling met meerdere pagina's hebt geselecteerd, kunt u alle gescande afbeeldingen als één bestand opslaan.

Wanneer het scannen is voltooid, plaatst u het volgende origineel in de ADF of op de glasplaat. Tik vervolgens op Scannen starten.

Nadat alle originelen zijn gescand, tikt u op Laatste origineel om de afbeelding op te slaan.

ID-kaart:

Gebruik de glasplaat om de voor- en achterkant van de id-kaart afzonderlijk te scannen en sla ze vervolgens naast elkaar als één afbeelding op.

Opmerking:

De gescande afbeelding wordt automatisch bijgesneden met een marge van ongeveer 3 mm (0.12 in.).

Volg de onderstaande stappen om de voor- en achterkant in de juiste volgorde te scannen.

Een id-kaart plaatsen

  • Indeling:

    Selecteer de lay-out die u voor de voor- en achterkant wilt gebruiken wanneer u de afbeelding opslaat.

Bestandsnaam:
  • Voorvoegsel bestandsnaam:

    Voer een voorvoegsel in voor de naam van de afbeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.

  • Datum toevoegen:

    Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.

  • Tijd toevoegen:

    Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.

Alle inst.wissen

Zet de scaninstellingen terug op de standaardwaarden.