Basale SSL/TLS-instellingen configureren

Als de scanner HTTPS-servers ondersteunt, kunt u de communicatie versleutelen met SSL/TLS. Zo kunt u de scanner configureren en beheren met Web Config in een beveiligde omgeving.

Configureer de sterkte van de versleuteling en de omleidingsfunctie.

  1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Basis.

  2. Stel elk item in.

    • Codeersterkte
      Selecteer het niveau voor de codeersterkte.
    • HTTP omleiden naar HTTPS
      Maak een omleiding naar HTTPS als HTTP wordt geopend.
    • TLS1.0/TLS1.1/TLS1.2
      Geef voor elke versie aan of deze moet worden in- of uitgeschakeld.
  3. Klik op Volgende.

    Het bevestigingsscherm voor de instelling wordt weergegeven.

  4. Klik op OK.

    De instellingen worden toegepast op de scanner.