|
Nr. |
Naam |
Functie |
Wanneer de knop beschikbaar is |
Wanneer de knop niet beschikbaar is |
|---|---|---|---|---|
|
|
 Aan/uit-knop / Aan/uit-lampje |
Hiermee schakelt u de scanner in of uit. Schakel de scanner niet uit wanneer het lampje knippert. Er wordt een bewerking uitgevoerd of er worden gegevens verwerkt. |
- |
- |
|
|
 Startknop |
Het startscherm wordt weergegeven. |
Wanneer een ander scherm dan het startscherm wordt weergegeven. |
Wanneer het startscherm wordt weergegeven ( |
|
|
 Schakelknop voor ISV-server |
Hiermee kan tussen systemen worden geschakeld wanneer meerdere gesynchroniseerde systemen bij de scanner zijn geregistreerd. |
Wanneer meerdere gesynchroniseerde systemen bij de scanner zijn geregistreerd |
|
|
|
Lcd-scherm |
Tik op het scherm om menu's te selecteren of instellingen te configureren. |
- |
- |
|
|
 Uitlogknop |
Hiermee logt u uit als u bent ingelogd op een scanner waarop Instelling vergrendelen, Toegangsbeheer of een verificatiesysteem is geconfigureerd. |
Wanneer Instelling vergrendelen, Toegangsbeheer of een verificatiesysteem is ingeschakeld en u bent ingelogd op de scanner ( |
Wanneer u niet bent ingelogd op de scanner |
|
|
 Stopknop |
Hiermee stopt u de actieve bewerking. |
Bij het uitvoeren van een bewerking zoals scannen |
Wanneer geen bewerking wordt uitgevoerd |
|
|
 Terug-knop |
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. |
Wanneer een ander scherm dan het startscherm wordt weergegeven. |
Wanneer het startscherm wordt weergegeven ( |
wordt linksboven in het scherm weergegeven)
wordt weergegeven rechtsboven in het scherm)
