Controleer of er voor de scanner voldoende ruimte is voor de uitgeworpen originelen.
Controleer of het scannerpositielampje (
) brandt.

Als het scannerpositielampje (
) uit is, drukt u op de scannerpositieschakelaar om de scanner naar achteren te kantelen.

Open de invoerlade.

Zet de verlenging van de invoerlade omhoog.

Schuif de zijgeleiders tegen de randen van de invoerlade.

Plaats het origineel in de invoerlade, met de voorzijde naar boven en de bovenrand naar de ADF gericht.
Schuif het papier in de ADF tot het niet verder kan.

Wanneer u lang papier laadt, moet u het aan de invoerzijde ondersteunen zodat het niet uit ADF en aan de uitvoerzijde zodat het uitgeworpen papier niet vastloopt of uit de uitvoerlade valt.

Plaats de zijgeleiders zo tegen de randen van de originelen dat er geen openingen zijn. Als er openingen zijn, kan het origineel scheef worden ingevoerd.

Ondersteun tijdens het scannen van lang papier beide uiteinden van het origineel met uw handen om te voorkomen dat het kantelt.

U kunt lang papier op de volgende resoluties scannen.
· Maximaal 1.346,0 mm: 600 dpi of minder
· 1346,0 tot 5461,0 mm: 300 dpi of minder
· 5461,0 tot 5588,0 mm: 200 dpi of minder
U moet het papierformaat opgeven in het Epson Scan 2-venster.
Wanneer u Document Capture Pro gebruikt, kunt u het venster openen door op de knop Gedetailleerde instellingen in het scherm Scaninstellingen te drukken.
U kunt het papierformaat op drie manieren opgeven in het Epson Scan 2-venster.
Als het papier maximaal 3048,0 mm (120 inch) lang is, kunt u Autom. det.(lang papier) selecteren om het formaat automatisch te detecteren.
Als het papier langer is dan 3048,0 mm (120 inch), moet u Aanpassen selecteren en het formaat van het papier invoeren. Als het papier maximaal 5461,0 mm (215 inch) lang is, kunt u Papierlengte detecteren gebruiken in plaats van de hoogte van het papier in te voeren. Als het papier langer is dan 5461,0 mm (215 inch), moet u de breedte en de hoogte van het papier invoeren.