Volg onderstaande stappen om de printer in te pakken, wanneer u de printer moet opslaan of vervoeren in verband met een verhuizing of reparatie.
Til de printer vanuit een stabiele positie op als u deze verplaatst. Als u de printer optilt vanuit een onstabiele positie, kunt u gewond raken.
De printer is zwaar en moet daarom altijd met twee of meerdere mensen gedragen worden tijdens het uitpakken en vervoeren.
Bij het optillen van de printer moeten de twee of meer personen de correcte posities innemen, zoals hieronder weergegeven. Verwijder de optionele papiercassette als deze is geïnstalleerd. Als u de printer op een andere plaats vastneemt, kan de printer vallen of kunnen uw vingers in de printer vast komen te zitten.
Kantel de printer nooit meer dan 10 graden, anders kan hij vallen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat de inkttoevoereenheden geïnstalleerd. Als u de inkttoevoereenheden verwijdert, kan de printkop uitdrogen, waardoor afdrukken niet meer mogelijk is.
Druk op 
om de printer uit te zetten.
Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
Als de printer ondersteuning biedt voor externe opslagapparaten, zorgt u ervoor dat deze niet zijn verbonden.
Verwijder al het papier uit de printer.
Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
Open de scannereenheid met de documentkap gesloten. Bevestig de printkop met tape aan het omhulsel.
Sluit de scannereenheid.
Open het inktdeksel.
Als het inktdeksel is vergrendeld, kunt u het niet openen. Ontgrendel de dekselvergendeling.
Zet de inktlade vast door het meegeleverde beschermingsmateriaal met tape te bevestigen. Zo wordt voorkomen dat de lade kan worden geopend.
Sluit de inktklep.
Verwijder de optionele papiercassette als deze is geïnstalleerd.
Verpak de printer zoals hieronder weergegeven.
Verwijder de uitvoerlade uit de printer.
Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
Verwijder de tape waarmee de printkop en het beschermingsmateriaal aan de inktlade zijn bevestigd voordat u de printer weer gebruikt. Reinig en lijn de printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.