EM-C8101 Series

Gebruikershandleiding

> Inleiding van geavanceerde functies > IP-fax > IP-faxfuncties beschikbaar stellen > Instellingen voor het gebruik van IP-fax > De printer individueel instellen met Web Config > Instellingen voor IP-fax wanneer u VoIP-gateway gebruikt > Verzenden en ontvangen van IP-faxen met G3 Fax-compatibele apparaten (via een VoIP-gateway) > Items instellen voor IP-FAX-instellingen-VoIP-gateway-instellingen

Items instellen voor IP-FAX-instellingen-VoIP-gateway-instellingen

Item	Instellingen en beschrijvingen
VoIP-gateway gebruiken	Selecteer of het zenden en ontvangen van IP-faxen moet worden ingeschakeld of uitgeschakeld via de VoIP-gateway.
Uw telefoonnummer	Stel het faxnummer in dat u wilt gebruiken wanneer u IP-faxen verzendt naar G3 fax-compatibele apparaten met een VoIP-gateway. Dit verschijnt als een koptekst op uitgaande faxen. U kunt tot 20 tekens invoeren. Gebruik 0 t/m 9 + of spatie.
URI hoofdeenheid	Geef de volgende instellingen op. sip:<<Faxnummer voor IP-fax>>^* @<<Hostnaam of IP-adres van de printer>>
SIP RX-poortnummer	Voer het poortnummer voor het ontvangen van inkomende SIP-pakketten met cijfers van één byte binnen een bereik van 1 tot 65535.
SIP TX-transport	Selecteer het te gebruiken protocol wanneer u uitgaande SIP-aanvragen verzendt van UDP of TCP.
Geregistreerde VoIP-gateway	Registreer de VoIP-gateway waarmee u verbinding wilt maken. Zie hierna voor meer informatie. Een VoIP-gateway registreren
Prioriteitsinstellingen VoIP-gateway	Stel prioriteiten in voor de VoIP-gateways waarmee u verbinding wilt maken. Zie hierna voor meer informatie. Prioriteitsinstellingen voor VoIP-gateway

*: dit faxnummer is het faxnummer van de printer die wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van G3-faxen. Registreer vooraf het faxnummer naar de VoIP-gateway.

Media-instellingen (T.38)

Item	Instellingen en beschrijvingen
T.38 TX-transport	Na het tot stand brengen van een SIP-sessie, verschijnt de UDPTL dat het protocol is dat moet worden gebruikt bij het verzenden en ontvangen van gegevens.
T.38-mediatype	Na het tot stand brengen van een SIP-sessie, verschijnt de image die het type mediastream is dat moet worden gebruikt bij het verzenden en ontvangen van gegevens.
T.38 RX-poortnummer	Voer het poortnummer in voor het ontvangen van T.38-gegevens met cijfers van één byte binnen een bereik van 1 tot 65535.
RTP RX-poortnummer	Voer het poortnummer in voor het ontvangen van RTP-gegevens (Real-time Transport Protocol) met cijfers van één byte binnen een bereik van 1024 tot 65534.