|
Noodzakelijke verrichtingen |
Plaats van bediening |
Verklaring |
|---|---|---|
|
1. Sluit de printer en de computer aan op het netwerk (Dit is niet nodig als u tijdens de installatie verbinding hebt gemaakt met het netwerk) |
Printer en computer |
Sluit de printer en de computer aan op het netwerk. |
|
2. Scan via het bedieningspaneel. |
Bedieningspaneel van de printer |
Scan via het bedieningspaneel. Volg onderstaande stappen om een WSD-scanapparaat toe te voegen als de doelcomputer niet wordt weergegeven. |