
|
|
Bedieningspaneel |
Hiermee kunt u instellingen configureren en bewerkingen uitvoeren op de printer. Hier wordt tevens de printerstatus weergegeven. |
|
|
USB-poort voor externe interface |
Voor aansluiting van geheugenapparaten. |
|
|
Printkop |
Spuit inkt. |
|
|
Uitvoerlade |
Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Wanneer u gaat afdrukken op papier van A4-formaat of groter, komt deze lade automatisch naar buiten. Duw de lade in om deze op te bergen. |
|
|
Uitvoergeleider |
Wanneer papier niet in de juiste volgorde wordt uitgeworpen, tilt u de uitvoergeleider op door de hendel aan de rechterzijde van de uitvoerlade naar u toe te trekken. |
|
|
Stopper |
Voorkomt dat uitgevoerd papier valt. |
|
|
Documenthouder |
Hierin zijn de handleidingen opgeborgen. |
|
|
Voorkap (A) |
Open dit om vastgelopen papier te verwijderen uit de printer. |
|
|
Houder voor reinigingsdoek |
Hierin is de reinigingdoek opgeborgen. |
|
|
Reinigingsdoek |
Doek voor het reinigen van de glasplaat van de scannereenheid en de ADF. |

|
|
Handmatige nietmachine (Manual Stapler) (Optioneel) |
Hiermee wordt afgedrukt papier geniet. |
|
|
Papiercassette 1 (C1) |
Hieruit wordt papier geladen. |
|
|
Papiercassette 2 (C2) |
Hieruit wordt papier geladen. Optionele papiercassette-eenheid. |
|
|
Papiercassette 3 (C3) |
|
|
|
Papiercassette 4 (C4) |
|
|
|
Printervoet (Printer Stand) (Optioneel) |
Voorkomt dat de printer kantelt als deze op de vloer is geïnstalleerd. De standaard heeft zwenkwielen waardoor u de printer gemakkelijk kunt verplaatsen. |
|
Optionele kast (Optional Cabinet) (Optioneel) |
In plaats van een printerstandaard kunt u ook een kast met wieltjes installeren (papiercassette 3 en 4 kunnen niet worden geïnstalleerd als u de kast installeert). Voor opslag van papier of andere afdrukmedia. |
|
|
|
Zijgeleider |
Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de randen van het papier. |
|
|
Papiercassette |
Hieruit wordt papier geladen. |
|
|
Lade voor inkttoevoereenheid |
Hierin plaatst u een inkttoevoereenheid. |
|
|
Dekselvergendeling |
Hiermee kunt u de afdekking van de inkttoevoereenheid vergrendelen. |
|
|
Afdekking van inkttoevoereenheid (P) |
Open deze wanneer u inkttoevoereenheden wilt vervangen. |
|
|
Tabel voor verificatieapparaat-P2 (Authentication Device Table-P2) (Optioneel) |
Hiermee kunt u een verificatieapparaat dat door de printer wordt ondersteund, bevestigen. U kunt vervolgens aanmelden bij de printer door een verificatiekaart boven de printer te houden. |

|
|
Documentkap |
Houdt extern licht tegen tijdens het scannen. |
|
|
Scannerglasplaat |
Plaats de originelen. U kunt originelen plaatsen die niet met de ADF worden ingevoerd, zoals enveloppen of dikke boeken. |
|
|
Deksel van ADF (automatische documentinvoer) (F) |
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF. |
|
|
Zijgeleider van de ADF |
Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif naar de rand van de originelen. |
|
|
Invoerlade van de ADF |
Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd. U kunt meerdere originelen tegelijk plaatsen. |
|
|
Stopper |
Hiermee wordt voorkomen dat uitgevoerde originelen van de uitvoerlade van de ADF vallen. |
|
|
Uitvoerlade van de ADF |
Bevat de originelen die uit de ADF komen. |

|
|
Papiersteun |
Ondersteuning voor geladen papier. |
|
|
Papierlade (B) |
Hieruit wordt papier geladen. |
|
|
Afdekking van de papierlade |
Hiermee voorkomt u dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Blijft meestal gesloten. |
|
|
Zijgeleider |
Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de randen van het papier. |
|
|
Invoerbeveiliging |
Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat deze bescherming over het algemeen dicht. |
|
|
Zijgeleider |
Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de randen van het papier. |