Netwerkinstellingen

U kunt wifi-instellingen configureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren.

U kunt wifi-instellingen configureren met Instellen met drukknop (WPS).

• Instellen met PIN (WPS)

  Geeft wifi-instellingen op via Instellen met PIN (WPS).

• Wi-Fi autom. verbinden

  Geeft wifi-instellingen op met de wifi-gegevens op de computer of het smart apparaat.

• Wi-Fi uitschakelen

  Schakelt wifi uit. Infrastructuurverbindingen worden verbroken.

• Netwerknaam wijzigen

  Hiermee wijzigt u de SSID (netwerknaam) van Wi-Fi Direct.

• Wachtwoord wijzigen

  Hiermee wijzigt u het wachtwoord voor de Wi-Fi Direct-verbinding.

• Frequentiebereik wijzigen

  Selecteer de frequentieband voor de Wi-Fi Direct-verbinding. Als u de frequentie wijzigt, wordt de verbinding met het verbonden apparaat verbroken.

  De beschikbaarheid van deze kanalen en het gebruik van het product buitenshuis via deze kanalen verschilt per locatie.

  https://support.epson.net/wifi5ghz/

• Wi-Fi Direct uitschakelen

  Hiermee wordt de functie Wi-Fi Direct uitgeschakeld.

• Standaardinst. herstellen

  Hiermee worden de Wi-Fi Direct-instellingen hersteld.

• iOS

  Hiermee wordt de QR-code vanaf uw iPhone, iPad, or iPod touch gelezen om verbinding te maken via Wi-Fi Direct.

• Andere OS-apparaten

  U kunt Wi-Fi Direct-instellingen configureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren.

Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een knooppunt. Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.

Hier worden de netwerkgegevens van de printer weergegeven.

Hiermee worden de instellingen voor Wi-Fi Direct weergegeven.

Hiermee geeft u de instellingen van de mailserver weer.

Hiermee drukt u een netwerkstatusblad af.

De informatie voor ethernet, wifi, Wi-Fi Direct enzovoort wordt op twee of meer pagina's afgedrukt.

Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.

Hiermee kunt u de apparaatnaam wijzigen in een willekeurige naam van minimaal 2 en maximaal 53 tekens.

Hiermee configureert u de IP-instellingen als het IP-adres statisch is.

Gebruik voor automatische configuratie het IP-adres dat door DHCP is toegewezen.

Als u het adres handmatig wilt instellen, zet u deze optie op Handmatig en voert u het IP-adres in dat u wilt toewijzen.

Stel deze optie in wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u deze ook wilt instellen voor de printer.

Stel de mailservergegevens en test verbindingen wanneer u de functie voor doorsturen van e-mails gebruikt.

Hiermee stelt u in of IPv6-adressering moet worden in- of uitgeschakeld.

Stel deze optie in wanneer u de functie voor het delen van bestanden wilt gebruiken.

Selecteer de juiste Ethernet-snelheid en duplex-instelling. Als u een andere instelling dan Auto selecteert, controleert u of de instelling overeenkomt met de instellingen op de hub die u gebruikt.

Hiermee schakelt u omleiden van HTTP naar HTTPS in of uit.

Hiermee schakelt u de instelling voor IPsec/IP-filtering uit.

Hiermee schakelt u de IEEE802.1X-instelling uit.

Selecteer of u de functie voor iBeacon-overdracht wilt in- of uitschakelen. Wanneer de functie is ingeschakeld, kunt u op apparaten die iBeacon gebruiken zoeken naar de printer.