|
Noodzakelijke verrichtingen |
Plaats van bediening |
Uitleg |
|---|---|---|
|
1. Verbind de scanner en de computer met het netwerk. (Dit is niet nodig als u tijdens de installatie verbinding hebt gemaakt met het netwerk.) |
Scanner en computer |
Gebruik het installatieprogramme om de scanner met het netwerk te verbinden. Ga naar de volgende website en voer in het weergegeven scherm de productnaam in. Ga naar Instellen en start de configuratie. Wanneer het selectiescherm voor de verbindingsmethode wordt weergegeven, selecteert u draadloos LAN (wifi) en volgt u de instructies op het scherm om verbinding te maken met het netwerk.
|
|
2. Scan via het bedieningspaneel. |
Bedieningspaneel van de scanner |
Voer het scannen uit via het bedieningspaneel. Volg onderstaande stappen om een WSD-scanapparaat toe te voegen als de doelcomputer niet wordt weergegeven. |