> Technische specificaties > Poort voor de scanner gebruiken

Poort voor de scanner gebruiken

De scanner gebruikt de volgende poort. Deze poorten moeten indien nodig door de netwerkbeheerder beschikbaar worden gesteld.

Wanneer de scanner de afzender (client) is

Gebruik

Doel (server)

Protocol

Poortnummer

Bestandsverzending (wanneer vanaf de scanner scannen naar netwerkmap wordt gebruikt)

FTP/FTPS-server

FTP/FTPS (TCP)

20

21

Bestandsserver

SMB (TCP)

445

NetBIOS (UDP)

137

138

NetBIOS (TCP)

139

WebDAV-server

Protocol HTTP (TCP)

80

Protocol HTTPS (TCP)

443

Verzending via e-mail (wanneer vanaf de scanner scannen naar e-mail wordt gebruikt)

SMTP-server

SMTP (TCP)

25

SMTP SSL/TLS (TCP)

465

SMTP STARTTLS (TCP)

587

POP voor SMTP-verbinding (wanneer vanaf de scanner scannen naar e-mail wordt gebruikt)

POP-server

POP3 (TCP)

110

Wanneer Epson Connect wordt gebruikt

Epson Connect-server

HTTPS

443

XMPP

5222

WSD beheren

Clientcomputer

WSD (TCP)

5357

De computer zoeken wanneer push-scan vanuit een toepassing wordt uitgevoerd

Clientcomputer

Netwerkdetectie voor push-scan

2968

Wanneer de clientcomputer de afzender (client) is

Gebruik

Doel (server)

Protocol

Poortnummer

De scanner detecteren vanuit een toepassing zoals EpsonNet Config en het scannerstuurprogramma.

Scanner

ENPC (UDP)

3289

De MIB-informatie verzamelen en instellen vanuit een toepassing zoals EpsonNet Config en het scannerstuurprogramma.

Scanner

SNMP (UDP)

161

WSD-scanners zoeken

Scanner

WS-Discovery (UDP)

3702

De scangegevens vanuit een toepassing doorsturen

Scanner

Netwerkscan (TCP)

1865

De taakinformatie verzamelen wanneer push-scan vanuit een toepassing wordt uitgevoerd toepassing

Scanner

Push-scannen via het netwerk

2968

Web Config

Scanner

HTTP (TCP)

80

HTTPS (TCP)

443