Controleer of er voor de scanner voldoende ruimte is voor de uitgeworpen originelen.
Controleer of het scannerpositiepictogram
wordt weergegeven (positie voor rechte doorvoer).

Als
(positie voor verticale doorvoer) wordt weergegeven, drukt u op de scannerpositieschakelaar om de scanner naar achteren te kantelen.

Open de invoerlade.

Zet de verlenging van de invoerlade omhoog.

Schuif de zijgeleiders tegen de randen van de invoerlade.

Plaats de envelop staand (portrait) met de te scannen zijde naar boven. Enveloppen waarbij de open kant (overslagzijde) zich aan de kortere zijde bevindt, kunt u met de open kant (overslagzijde) naar boven plaatsen.
Schuif de envelop in de ADF tot deze niet verder kan.

Laad geen enveloppen die van kleefmiddelen zijn voorzien.
Enveloppen die niet netjes zijn opengesneden aan de overslagzijde, worden mogelijk niet correct gescand.
Enveloppen die nog niet zijn gesloten, kunnen worden geladen met de overslag open en naar boven.
Plaats de zijgeleiders zo tegen de randen van de enveloppen dat er geen openingen zijn. De envelop kan anders schuin worden ingevoerd.

Het is raadzaam de juiste rotatiehoek of Automatisch te selecteren voor de instelling Roteren in de toepassing.
Wanneer u enveloppen scant, moet u in het Epson Scan 2-scherm de juiste instellingen configureren.
Wanneer u Epson ScanSmart gebruikt, kunt u het Epson Scan 2-scherm openen door op de knop Instellingen op het tabblad Scannerinstellingen > Scaninstellingen te klikken.
Selecteer het tabblad Hoofdinstellingen > Dubbele invoer detecteren > Uit. Zie de Help van Epson Scan 2 voor meer informatie.
Als u Dubbele invoer detecteren niet hebt uitgeschakeld in het Epson Scan 2-scherm en een dubbele invoer optreedt, verwijdert u de enveloppen uit de ADF en plaatst u deze opnieuw.