Op het scherm Web Config vindt u het onderstaande menu.
Tabblad Fax > Rapportinstellingen
Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Rapportinstellingen
Rapport doorsturen
Hiermee wordt een rapport afgedrukt nadat een ontvangen faxdocument is doorgestuurd. Selecteer Afdrukken om elk document af te drukken dat wordt doorgestuurd.
Foutenrapport back-up
Hiermee drukt u een rapport af wanneer een back-upfout optreedt tijdens het doorsturen van de verzonden fax naar de Back-upbestemming. U kunt de bestemming instellen bij Fax > Faxinstellingen > Back-up. De back-upfunctie is in de volgende gevallen beschikbaar:
Tijdens het verzenden van een fax in zwart-wit
Tijdens het verzenden van een fax met de functie Fax later verzenden
Tijdens het verzenden van een fax met de functie Batchverzend
Tijdens het verzenden van een fax met de functie Faxgeg. opslaan
Automatisch afdrukken faxlogboek
Drukt automatisch het faxlogboek af. Selecteer Aan (elke 30) om een logboek af te drukken na elke 30 voltooide faxtaken. Selecteer Aan (tijd) om het logboek af te drukken op een opgegeven tijdstip. Als er echter meer dan 30 faxtaken zijn geweest, wordt het logboek afgedrukt voordat de tijd verstreken is.
Afbeelding aan rapport bevestigen
Drukt een Rapport transmissie af met een afbeelding van de eerste pagina van het verzonden document. Selecteer Aan (grote afbeelding) om het bovenste deel van de pagina af te drukken zonder te verkleinen. Selecteer Aan (kleine afbeelding) om de hele pagina verkleind af te drukken zodat deze in het rapport past.
Rapportindeling
Selecteer in Fax > tabblad Meer > Faxverslag een andere opmaak voor faxrapporten dan Protocol traceren. Selecteer Detail om af te drukken met foutcodes.
Uitvoermethode
Selecteer een uitvoermethode voor faxrapporten, bijvoorbeeld Opsl.op geheugenapp.. Wanneer u Doorsturen selecteert, selecteert u Bestemming in de contactpersonen.