U kunt op de volgende manieren ontvangers opgeven op het tabblad Ontvanger om het faxbericht te verzenden.
Selecteer Toetsenbord, voer een faxnummer in op het scherm dat wordt weergegeven en selecteer vervolgens OK.
- Om een pauze (drie seconden tijdens het bellen van het nummer) toe te voegen, voegt u een koppelteken (-) toe.
- Als u een externe toegangscode hebt ingesteld in Lijntype, begint u het faxnummer met een hekje (#) in plaats van de werkelijke toegangscode.
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan. Selecteer de faxontvangers in de lijst met contactpersonen of de faxgeschiedenis.
Selecteer Contacten en selecteer de ontvangers naar wie u wilt faxen. Als de ontvanger naar wie u wilt faxen nog niet in Contacten is geregistreerd, selecteer u Geg. toev. en registreert u de ontvanger.
Selecteer Recent en geef een ontvanger op.
Als u ingevoerde ontvangers wilt verwijderen, geeft u de lijst met ontvangers weer door op het veld van een faxnummer of het aantal ontvangers op het lcd-scherm te tikken. Selecteer vervolgens de ontvanger in de lijst en selecteer Verwijderen.