Er kunnen vreemde voorwerpen in de printer zitten. Voer onderstaande stappen uit om deze te verwijderen.
Druk op
om de printer uit te zetten.
Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal vervolgens het netsnoer uit de printer.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
Controleer de volgende punten om er zeker van te zijn dat er geen vreemde voorwerpen in de printer zitten.
Zorg ervoor dat u de punten die in de volgende afbeelding zijn aangegeven niet aanraakt wanneer u vreemde voorwerpen verwijdert. De printer kan anders beschadigd raken.
Als u vreemde voorwerpen vindt, verwijder deze dan met een pincet.
Als u de vreemde voorwerpen niet kunt verwijderen, ga dan naar stap 5. Als u ze wel kunt verwijderen, ga dan naar stap 9.
Zet de transportvergrendeling in de vergrendelde stand (transportstand).
Trek de papierinvoer aan de achterkant uit, houdt beide zijden van de voorkant van de printer vast en kantel de printer ongeveer 45 graden naar achteren.
Zorg er bij het kantelen van de printer voor dat u deze niet schudt, anders kan er inkt lekken of kan de printer beschadigd raken.
Controleer nadat u de printer langzaam in de horizontale positie heeft teruggezet of de vreemde voorwerpen uit de opening in de papierinvoer aan de achterzijde zijn verwijderd.
Als de foutmelding over vastgelopen papier of een lege papierlade zich blijft voordoen, neem dan contact op met de Epson-ondersteuning.
Zet de transportvergrendeling in de ontgrendelde stand (afdrukken).
Sluit de stroomkabel aan en zet dan de printer aan.