Het volgende startscherm wordt weergegeven wanneer u de printer inschakelt of op het bedieningspaneel op de knop
drukt. U kunt gemakkelijk kopiëren en afdrukken door het menu te wisselen en de gewenste optie te selecteren.
|
Hiermee kunt u documenten kopiëren. |
|
Hiermee kunt u documenten scannen en op een computer opslaan. |
|
Hiermee kunt u documenten scannen en ze op een computer opslaan met de WSD-functie. |
|
Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert. |
|
Hiermee kunt u instellingen voor onderhoud, printerinstellingen en printerbewerkingen configureren. |
|
Het Helpscherm wordt weergegeven. U kunt bedieningsinstructies en oplossingen voor problemen bekijken. |
|
Hiermee geeft u de menu's weer die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren, zoals het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de spuitmondjes af te drukken en een kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te lijnen. |
|
Biedt oplossingen wanneer u niet kunt afdrukken zoals verwacht. |
|
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. |
|
Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos netwerk. |