Selecteer Onderhoud op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen en drukt u op de knop OK.
Selecteer Inkt bijvullen.
Druk op de knop om de inkttank naar de vulpositie te verplaatsen.
Druk op de knop om alle veiligheids- en gebruiksvoorschriften voor het vullen van inkt te lezen en druk vervolgens op de knop OK om door te gaan.
Open de scannereenheid met de documentkap gesloten.
Open de dop van de inkttank.
Houd de fles rechtop en draai de dop langzaam van de fles.
Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktflessen aan.
Let goed op dat u geen inkt morst.
Raak de bovenzijde van de inktfles niet aan na het verwijderen van de dop. U kunt inkt over uzelf knoeien.
Controleer de bovenste lijn (a) van de inkttank.
Houd de bovenkant van de inktfles tegen de vulpoort en plaats de inktfles vervolgens direct in de poort om inkt tot de bovenste lijn bij te vullen.
De inkt gaat stromen. Dit stopt automatisch wanneer de inkt de bovenste lijn bereikt.
Als de inkt niet vanzelf in de tank stroomt, verwijdert u de inktfles en plaatst u deze terug. Plaats de inktfles niet terug wanneer de inkt de bovenste lijn heeft bereikt. Anders kan er inkt lekken.
Laat de bovenzijde van de inktfles na het verwijderen van de dop niet tegen in aanraking komen met andere voorwerpen. Er kan inkt worden geknoeid.
Verwijder de inktfles wanneer u klaar bent met vullen.
Verwijder de fles. De fles kan anders beschadigd raken of inkt lekken.
Als er inkt achterblijft in de inktfles, draai de dop hier dan zorgvuldig op en bewaar de fles rechtop voor gebruik op een later tijdstip.
Sluit de inkttankdop.
Druk op de knop en volg de instructies op het scherm om het inktniveau in te stellen.
Ook als u inkt niet tot aan de bovenste lijn op de inkttank bijvult, kunt u de printer nog wel blijven gebruiken. Voor een optimale werking van de printer vult u de inkttank bij tot de bovenste lijn en stelt u het inktniveau onmiddellijk opnieuw in.
Sluit de scannereenheid.