> Afdrukken > Foto's afdrukken > Tips wanneer u fotoprojecten afdrukt > Opnamen maken (camera-instellingen)

Opnamen maken (camera-instellingen)

Een fotoproject maken begint met het maken van opnamen. Het gegevensopslagformaat en de grootte (resolutie) zijn ook belangrijke punten.

Sommige items moeten alleen de eerste keer worden ingesteld, terwijl andere items telkens opnieuw moeten worden ingesteld in overeenstemming met het onderwerp.

Items die alleen de eerste keer moeten worden ingesteld
  • Kleurruimten: selecteer sRGB als u niet zeker bent.

  • Opslaggrootte: wij raden u aan een resolutie op te slaan die overeenkomt met het papierformaat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken met de hulp van de onderstaande tabel als richtlijn.

    Afdrukgrootte

    Aantal pixels

    A2/volledig blad

    24 miljoen (5830 x 4120)

    A3/half vel

    18 miljoen (5050 x 3570)

    A4/8x10 in/10x12 in

    12 miljoen (4120 x 2920)

  • Gegevensopmaak: wij raden u aan RAW te selecteren wanneer u fotogegevens bewerkt en afdrukt of selecteer JPEG alleen afdrukken.

Items die elke keer moeten worden ingesteld

Stel het volgende in volgens het onderwerp.

  • Selecteer een modus (Automatische prioriteit lensopening) in de opnamemodus en stel de F-aarde (lensopening) in om de hoeveelheid wazigheid in te stellen.

  • Blootstelling: stel een geschikte waarde in om sluierings- of zwarte afwijkingen in te stellen.

  • Sluitertijd: stel de snelheid in om wazigheid te voorkomen.

  • ISO-snelheid: wij raden u aan dit zo laag mogelijk in te stellen.

  • Witbalans: stel een geschikte instelling in volgens het onderwerp.