U kunt een papierrol laden met behulp van de animaties die worden weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer Papierinstelling op het bedieningspaneel van de printer.

Selecteer Rolpapier.

Laad de papierrol met behulp van de animaties die worden weergegeven op het scherm.

Zorg dat het papier niet slap om de papierrol hangt voordat u het in de papierroleenheid plaatst. Als papier slap om de papierrol hangt, wordt het mogelijk niet goed ingevoerd.
Bewaar papierrol niet in de papierroleenheid. Het oppervlak van de papierrol kan beschadigd raken of vies worden.
Het scherm met de papierinstellingen wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer het papierformaat en de papiersoort en selecteer vervolgens OK. Wanneer u in de handel verkrijgbaar papier gebruikt dat geen origineel Epson-papier is, selecteert u de papiersoort die het meest op dat papier lijkt.
Let op het volgende wanneer u rolpapier in de printer laadt.
Voer de voorrand van het papier met beide handen langzaam in tot u een pieptoon hoort. Wanneer er nog maar een beetje rolpapier over is, voert u de voorrand van het papier verder in dan normaal.
Controleer of de voorrand van het papier recht is en loodrecht op de lange zijde is afgesneden. Als papier schuin is of de snijrand ongelijk is, wordt het mogelijk niet goed ingevoerd. Het wordt aanbevolen af te drukken met Papierinstelling > Hulplijn afdruk snijden ingeschakeld, zodat papier recht wordt afgesneden.
Als u de papiergegevens op de printer hebt opgeslagen, laat de printer u weten of de opgeslagen gegevens en de afdrukinstellingen verschillen. Dit voorkomt verkeerde afdrukken.
Als u de gegevens niet hebt opgeslagen, selecteert u
> Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakelt u de instelling Autom. weerg. papierinstelling uit. Als u deze instelling uitschakelt, zijn sommige functies niet beschikbaar. Zie de gerelateerde informatie voor meer informatie.