Wanneer een printer met een netwerk is verbonden, hebt u hier vanaf een externe locatie toegang toe. Bovendien kunnen veel personen de printer delen, wat de operationele efficiëntie en het gebruiksgemak kan verbeteren. Risico's zoals illegale toegang, illegaal gebruik en knoeien met gegevens nemen hierdoor echter toe. Als u de printer gebruikt in een omgeving waarin u toegang hebt tot internet, zijn de risico's nog hoger.
Op printers die niet zijn beschermd tegen toegang van buitenaf, is het mogelijk om via internet de afdruklogboeken in te zien die in de printer zijn opgeslagen.
Om deze risico's te vermijden, zijn Epson-printers uitgerust met allerlei beveiligingstechnologieën.
Stel de printer in op basis van de omgevingsvoorwaarden die zijn opgesteld met de omgevingsinformatie van de klant.
Naam |
Functietype |
Wat kunt u instellen? |
Wat kunt u voorkomen? |
---|---|---|---|
Protocolbeheer |
Hiermee beheert u protocollen en services die worden gebruikt voor communicatie tussen printers en computers, en schakelt u functies in en uit. |
Een protocol dat of een service die wordt toegepast op afzonderlijk toegestane of verboden functies. |
Beveiligingsrisico's als gevolg van onbedoeld gebruik verminderen door te voorkomen dat gebruikers onnodige functies kunnen gebruiken. |
SSL/TLS-communicatie |
De communicatie-inhoud wordt versleuteld met SSL/TLS-communicatie wanneer u vanaf de printer toegang krijgt tot de Epson-server op internet, bijvoorbeeld tijdens communicatie met de computer via de webbrowser, gebruik van Epson Connect en het bijwerken van firmware. |
Vraag een CA-ondertekend certificaat op en importeer dit naar de printer. |
Als u met een CA-ondertekend certificaat de identiteit van de printer kunt aantonen, voorkomt u imitatie en ongeoorloofde toegang. Bovendien wordt communicatie-inhoud van SSL/TLS beveiligd en wordt het lekken van afdruk- en instellingsgegevens voorkomen. |