Vanaf een computer kunt u gegevens op een geheugenapparaat schrijven of lezen, zoals een USB-flashstation dat op de printer is aangesloten.
Bij het delen van een geheugenapparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB of over een netwerk, is schrijftoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt geselecteerd op de printer. Als u naar het geheugenapparaat wilt schrijven, gaat u naar Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Interface geheugenapp. > Bestanden deln op het bedieningspaneel en selecteert u een verbindingsmethode.
Als een groot geheugenapparaat is aangesloten, zoals een harde schijf van 2 TB, duurt het even voordat gegevens worden herkend op de computer.
Selecteer een geheugenapparaat in Computer of Deze computer. De gegevens op het geheugenapparaat worden weergegeven.
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de software-cd of de Web Installer te gebruiken, wijs dan een USB-poort voor een externe interface toe als netwerkstation. Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-adres van een printer \\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:. Klik met de rechtermuisknop op een weergegeven apparaatpictogram om het netwerk toe te wijzen. Het netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Selecteer het juiste apparaatpictogram. De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Verwijder een geheugenapparaat door het apparaatpictogram naar de het prullenbakpictogram te slepen. Als u dit niet doet, worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander geheugenapparaat wordt geplaatst.
Om via het netwerk toegang te krijgen tot een geheugenapparaat, selecteert u Ga > Met server verbinden in het menu op het bureaublad. Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij “XXXXX” de printernaam is) in Serveradres en klik vervolgens op Verbinden.