Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Als de spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten minste 12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop . Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer nog aan is.
Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer PrintkopControle spuitm..
Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
Bekijk het afgedrukte patroon goed.
Selecteer .
Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
Na de reiniging volgt u de instructies op het scherm om het spuitkanaaltjespatroon opnieuw af te drukken. Herhaal het reinigen en afdrukken van het spuitkanaaltjespatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
U kunt de printkop controleren en reinigen via het printerstuurprogramma. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie.