Verbind de printer met behulp van de ethernetkabel met het netwerk en controleer de verbinding.
Verbind de printer en hub (LAN-switch) met behulp van de ethernetkabel.
Selecteer Instel. op het startscherm.
Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
Het resultaat van de verbindingsdiagnose wordt weergegeven. Bevestig of de verbinding juist is.
Tik op OK om af te sluiten.
Wanneer u op Controlerapport afdrukken tikt, kunt u het diagnoseresultaat afdrukken. Volg de afdrukinstructies op het scherm.