Printerinstellingen

Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.

Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen

Instellingen papierbron:
Papierinstelling:

Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst.

Autom.wisselen A4/Letter:

Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron, ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.

Inst. autom. selecteren:

Dit menu is alleen beschikbaar voor modellen met meerdere papierbronnen.

Wanneer het papier bijna op is, wordt papier automatisch ingevoerd vanuit de papierbron met dezelfde instellingen als de papierinstellingen voor de afdruktaken. U kunt automatische selectie instellen voor elke papierbron voor elke functie in kopiëren, faxen of andere functie. U kunt niet alles instellen op uit.

Deze instelling is uitgeschakeld bij het selecteren van een specifieke papierbron in de papierinstellingen voor de afdruktaken. Afhankelijk van de instelling voor papiertype in het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma, wordt papier wellicht niet automatisch ingevoerd.

Foutmelding:

Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.

Autom. weerg. papierinstelling:

Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de papiercassette laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met AirPrint.

Algem. afdrukinst.:

Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder gebruik te maken van het printerstuurprogramma. De verschuivingsinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt met het printerstuurprogramma.

Offset boven:

Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.

Offset links:

Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.

Offset boven achter:

Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.

Offset links achter:

Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.

Controleer papierbreedte:

Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.

Lege pagina overslaan:

Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.

Auto probleemopl.:

Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.

  • Aan

    Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de gegevens afgedrukt die de printer heeft kunnen verwerken toen het geheugen vol was.

  • Uit

    Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.

Interface geheugenapp.:
  • Geheugenapp.:

    Selecteer Insch. als u wilt dat de printer toegang krijgt tot een geplaatst geheugenapparaat. Als Uitschakel. is geselecteerd, kunt u via de printer geen gegevens op het geheugenapparaat opslaan. Dit voorkomt dat vertrouwelijke documenten worden gescand en illegaal op een geheugenapparaat worden opgeslagen.

  • Bestanden deln:

    Selecteer de toegang tot het geheugenapparaat voor schrijven vanuit een computer die via een USB-aansluiting of via een netwerkaansluiting is verbonden.

Dik papier:

Selecteer Aan om te voorkomen dat inkt op uw afdrukken vlekt. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd.

Stille modus:

Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.

Droogtijd voor inkt:

Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de tijdsinstelling.

Bidirectioneel:

Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen. De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.

PC-verbinding via USB:

Selecteer Insch. om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden. Wanneer Uitschakel. wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een netwerkverbinding gaan beperkt.