Bestanden die in de map zijn opgeslagen, worden standaard bewaard en niet automatisch verwijderd.
Beheerders en gebruikers kunnen de bewaartermijn wijzigen of instellen op Nooit verwijderen. Een gebruiker kan echter alleen de bewaartermijn wijzigen of instellen op Nooit verwijderen wanneer de instelling Instel. > Algemene instellingen > Instellingen voor opslag > Toegangsbeheer gedeelde map > Toegang is ingesteld op Toegestaan en de instelling Instelling instantie automatisch verwijderen is ingesteld op Gebruiker.
Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer Algemene instellingen > Instellingen voor opslag > Bestandsbeheer gedeelde map.
Wijzig de termijn tot de bestanden zijn verwijderd.