Als u in het menu Afdrukken van een toepassing zoals Microsoft Word of Excel een printer of fax selecteert, kunt u gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen rechtstreeks en met een voorblad verzenden.
In de volgende uitleg wordt Microsoft Word gebruikt als voorbeeld.
Zie de volgende informatie over het verzenden van een faxbericht.
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Windows)
De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing.
Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
Selecteer XXXXX (FAX) (waarbij XXXXX staat voor de printernaam) in Printer en controleer de instellingen voor faxverzending.
Klik op Printereigenschappen of Eigenschappen als u instellingen wilt configureren, zoals het papierformaat en de beeldkwaliteit.
Zie de Help van het PC-FAX-stuurprogramma voor meer informatie.
Klik op Druk af.
Instellingen geadresseerden -scherm van FAX Utility wordt weergegeven.
Geef een ontvanger op.
Zie "Gerelateerde informatie" hieronder voor meer informatie.
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Windows)
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Kl ik op het tabblad Verzendopties en selecteer vervolgens een optie bij Verzendlijn.
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Verzendinstelling per lijn en selecteer vervolgens een lijn die is ingesteld op Verzenden en ontvangen of Alleen verzenden. U kunt geen faxberichten verzenden wanneer u de lijn selecteert die alleen is ingesteld op het ontvangen van faxberichten.
Klik op Volgende en configureer de benodigde instellingen.
Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn.