U kunt JPEG-, PDF- en TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat en ze nieten of perforeren.

Wijzig de gegevens zo dat niet op de perforatiepositie wordt afgedrukt. Als u in het afdrukgebied perforeert, kan het perforeren mislukken of kan het papier vastlopen.
Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
Selecteer Geheugenapp op het startscherm.
Selecteer het bestandstype en het bestand dat u wilt afdrukken.
Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Afwerking.
Selecteer de locatie bij Nieten of Perforeren.
Tik op
.