De afdrukkwaliteit aanpassen

Pas de afdrukkwaliteit aan wanneer de afdruk niet-uitgelijnde verticale lijnen, wazige afbeeldingen of horizontale strepen vertoont.

  1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.

  2. Selecteer Aanpassing afdrukkwaliteit.

  3. Volg de instructies op het scherm om het uitlijningspatroon af te drukken en te scannen.

    Aanpassingen worden automatisch uitgevoerd.

    Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, wordt op het bedieningspaneel het bericht voor het afdrukken van het onderhoudscontroleblad weergegeven. Ga naar de volgende stap.

  4. Volg de instructies op het scherm om het onderhoudscontroleblad af te drukken.

  5. Controleer elk patroon om aanpassingen uit te voeren.

    • Als u in dit patroon geen onderbroken lijnen of ontbrekende segmenten ziet zoals in het volgende “OK”-patroon, selecteert u OK.
      Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het “NG”-patroon, selecteert u Niet GOED en volgt u de instructies op het scherm.
    • Als het linkerpatroon er hetzelfde uitziet als het rechterpatroon met het vinkje, selecteert u OK.
      Als ze verschillen, selecteert u Niet GOED en volgt u de instructies op het scherm.