Instellingen voor Standaard beleid

Standaard beleid

Items

Instellingen en toelichting

IPsec/IP-filter

U de functie IPsec/IP-filtering in- of uitschakelen.

  • Toegangsbeheer

    Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd.

    Items

    Instellingen en toelichting

    Toegang toestaan

    Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten door te laten.

    Toegang weigeren

    Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten te weigeren.

    IPsec

    Selecteer deze optie om de geconfigureerde IPsec-pakketten door te laten.

  • IKE-versie

    Selecteer IKEv1 of IKEv2 als IKE-versie. Selecteer een van beide op basis van het apparaat waarop de printer wordt aangesloten.

    • IKEv1

      De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv1 selecteert voor IKE-versie.

      Items

      Instellingen en toelichting

      Verificatiemethode

      Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren.

      Vooraf gedeelde sleutel

      Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert bij Verificatiemethode, voer dan een vooraf gedeelde sleutel in van minimaal 1 en maximaal 127 tekens.

      Vooraf gedeelde sleutel bevestigen

      Voer de geconfigureerde sleutel in ter bevestiging.

    • IKEv2

      De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv2 selecteert voor IKE-versie.

      Items

      Instellingen en toelichting

      Lokaal

      Verificatiemethode

      Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren.

      ID-type

      Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert als Verificatiemethode, selecteert u het id-type voor de printer.

      ID

      Voer de printer-id in die overeenkomt met het id-type.

      U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.

      Eenduidige naam: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in. U moet "=" gebruiken.

      IP-adres: Voer een IPv4- of IPv6-formaat in.

      FQDN: Voer een combinatie van 1 tot 255 tekens in. Gebruik A–Z, a–z, 0–9, - en ".".

      E-mailadres: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in. U moet "@" gebruiken.

      Toets ID: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in.

      Vooraf gedeelde sleutel

      Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert bij Verificatiemethode, voer dan een vooraf gedeelde sleutel in van minimaal 1 en maximaal 127 tekens.

      Vooraf gedeelde sleutel bevestigen

      Voer de geconfigureerde sleutel in ter bevestiging.

      Extern

      Verificatiemethode

      Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren.

      ID-type

      Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert als Verificatiemethode, selecteert u het id-type voor het apparaat dat u wilt verifiëren.

      ID

      Voer de printer-id in die overeenkomt met het id-type.

      U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.

      Eenduidige naam: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in. U moet "=" gebruiken.

      IP-adres: Voer een IPv4- of IPv6-formaat in.

      FQDN: Voer een combinatie van 1 tot 255 tekens in. Gebruik A–Z, a–z, 0–9, - en ".".

      E-mailadres: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in. U moet "@" gebruiken.

      Toets ID: Voer 1 tot 255 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in.

      Vooraf gedeelde sleutel

      Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert bij Verificatiemethode, voer dan een vooraf gedeelde sleutel in van minimaal 1 en maximaal 127 tekens.

      Vooraf gedeelde sleutel bevestigen

      Voer de geconfigureerde sleutel in ter bevestiging.

  • Inkapseling

    Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een vorm van inkapseling configureren.

    Items

    Instellingen en toelichting

    Transportmodus

    Selecteer deze optie als u de printer alleen gebruikt in hetzelfde LAN. IP-pakketten van laag 4 of hoger worden versleuteld.

    Tunnelmodus

    Als u de printer gebruikt in een netwerk met internetmogelijkheid, zoals IPsec-VPN, selecteert u deze optie. De header en data van de IP-pakketten worden versleuteld.

    Externe gateway (Tunnelmodus): Als u Tunnelmodus selecteert bij Inkapseling, voer dan een gatewayadres in van minimaal 1 en maximaal 39 tekens.

  • Beveiligingsprotocol

    Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren.

    Items

    Instellingen en toelichting

    ESP

    Selecteer deze optie om de integriteit van de verificatie en data te waarborgen en de data te versleutelen.

    AH

    Selecteer deze optie om de integriteit van de verificatie en data te waarborgen. Ook als het versleutelen van data verboden is, kunt u IPsec toch gebruiken.

  • Algoritme-instellingen

    Het wordt aanbevolen Alle te selecteren voor alle instellingen, of om een andere optie dan Alle te selecteren voor elke instelling. Als u Alle selecteert voor een aantal instellingen en een andere optie dan Alle selecteert voor de andere instellingen, communiceert het apparaat mogelijk niet, afhankelijk van het andere apparaat dat u wilt verifiëren.

    Items

    Instellingen en toelichting

    IKE

    Codering

    Selecteer het versleutelingsalgoritme voor IKE.

    De items variëren afhankelijk van de IKE-versie.

    Verificatie

    Selecteer het verificatiealgoritme voor IKE.

    Toetsuitwisseling

    Selecteer het sleuteluitwisselingsalgoritme voor IKE.

    De items variëren afhankelijk van de IKE-versie.

    ESP

    Codering

    Selecteer het versleutelingsalgoritme voor ESP.

    Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.

    Verificatie

    Selecteer het verificatiealgoritme voor ESP.

    Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.

    AH

    Verificatie

    Selecteer het versleutelingsalgoritme voor AH.

    Dit is beschikbaar wanneer AH is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.