Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen:

U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.

Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen

Opmerking:

Op het scherm Web Config vindt u het onderstaande menu.

Fax tabblad > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen

U kunt bestemmingen voor opslaan en doorsturen instellen voor de Postvak IN, een computer, een extern geheugenapparaat, e-mailadres, gedeelde map en andere faxapparaten. U kunt deze functies tegelijkertijd gebruiken. Als u alle items bij Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen uitschakelt, is de printer ingesteld voor het ontvangen van faxberichten.

Opslaan in postvak IN:

Hiermee slaat u ontvangen faxberichten op in het Postvak IN van de printer. Er kunnen maximaal 200 documenten worden opgeslagen. Houd er rekening mee dat het opslaan van 200 documenten wellicht niet mogelijk is, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de bestandsgrootte van de opgeslagen documenten en het gebruik van meerdere faxopslagfuncties tegelijk.

Hoewel ontvangen faxberichten niet automatisch worden afgedrukt, kunt u ze weergeven op het scherm van de printer en alleen de berichten afdrukken die u nodig hebt. Als u echter Ja en afdrukken selecteert bij een andere optie, zoals Opslaan op computer in Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen, worden de ontvangen faxberichten automatisch afgedrukt.

Opslaan op computer:

Hiermee worden ontvangen faxberichten als PDF- of TIFF-bestand opgeslagen op een computer die met de printer is verbonden. U kunt deze optie alleen met FAX Utility (toepassing) instellen op Ja. U kunt deze optie niet via het bedieningspaneel van de printer inschakelen. Installeer vooraf FAX Utility op de computer. Nadat u deze optie hebt ingesteld op Ja, kunt u de optie via het bedieningspaneel van de printer wijzigen in Ja en afdrukken.

Opsl.op geheugenapp.:

Hiermee worden ontvangen faxberichten als PDF- of TIFF-bestand opgeslagen op een extern geheugenapparaat dat met de printer is verbonden. Als u Ja en afdrukken selecteert, worden ontvangen faxberichten afgedrukt en opgeslagen op het geheugenapparaat.

Ontvangen documenten worden tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de printer voordat de documenten worden opgeslagen in het geheugenapparaat dat is verbonden met de printer. Omdat het verzenden en ontvangen van faxberichten wordt uitgeschakeld door de fout Geheugen vol, moet u het geheugenapparaat verbonden houden met de printer.

Doorsturen:

Hiermee stuurt u ontvangen faxberichten door naar een ander faxapparaat of stuurt u ze als PDF- of TIFF-bestand door naar een gedeelde map in een netwerk of naar een e-mailadres. Doorgestuurde faxberichten worden uit de printer verwijderd. Als u Ja en afdrukken selecteert, worden ontvangen faxberichten afgedrukt en doorgestuurd. Voeg eerst de doorstuurbestemmingen toe aan de contactpersonenlijst. Als u een e-mailadres wilt doorsturen, moet u de instellingen van de e-mailserver configureren.

  • Bestemming: u kunt doorstuurbestemmingen die u eerder hebt toegevoegd, selecteren in de contactpersonenlijst.

    Als u een gedeelde map in een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een gescande afbeelding naar de bestemming kunt sturen in de scanmodus. Selecteer op het startscherm Scannen > E-mail of Scannen > Netwerkmap/FTP, selecteer de bestemming en start het scannen.

  • Opties als doorsturen mislukt: u kunt opgeven of de mislukte fax moet worden afgedrukt of opgeslagen in de Postvak IN.

    Wanneer het Postvak IN vol is, wordt het ontvangen van faxberichten uitgeschakeld. U moet de documenten verwijderen uit het Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd. Het aantal documenten dat niet kon worden doorgestuurd, wordt weergegeven in op het startscherm, naast andere onverwerkte taken.

E-mailmeldingen:

Hiermee wordt een e-mailmelding verzonden wanneer het hieronder geselecteerde proces is voltooid. U kunt de onderstaande functies tegelijkertijd gebruiken.

Ontvanger

Hiermee stelt u de bestemming in voor de melding dat het proces is voltooid.

Melding bij voltooiing ontvangen

Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is ontvangen.

Melding bij voltooiing afdrukken

Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is afgedrukt.

Melding voltooiing geheugenapparaat opslaan

Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht op een geheugenapparaat is opgeslagen.

Melding bij voltooiing doorsturen

Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is doorgestuurd.