De papiercassette-eenheden installeren

U kunt tot 3 papiercassette-eenheden installeren.

Let op:
  • Schakel de printer uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en koppel alle kabels los voordat u begint. Anders kan het netsnoer beschadigd raken, wat kan dit leiden tot brand of elektrische schokken.

  • Plaats uw handen bij het tillen van de printer zoals hieronder wordt weergegeven. Als u de printer op een andere plaats vastneemt, kan de printer vallen of kunnen uw vingers in de printer vast komen te zitten.

Belangrijk:

Als u de printerstandaard gebruikt, plaats deze dan vooraf onder de bodem van de papiercassette-eenheid.

  1. Druk op de knop om de printer uit te zetten, en haal de stroomkabel uit het stopcontact.

  2. Maak alle aangesloten kabels los.

    Opmerking:

    Demonteer andere papiercassette-eenheden als deze zijn geïnstalleerd.

  3. Verwijder de uitvoerlade.

  4. Haal de papiercassette-eenheid uit de doos en verwijder eventueel beschermmateriaal.

  5. Controleer de geleverde items.

  6. Zet de papiercassette-eenheid op de plek waar de printer moet komen.

  7. Trek de lade voor de inkttoevoereenheid voor zwarte inkt en de papiercassette eruit.

  8. Als u meerdere papiercassette-eenheden gebruikt, stapelt u alle papiercassette-eenheden op elkaar en zet u deze vast met de schroeven.

  9. Zet de printer zachtjes op de papiercassette-eenheid. Zorg ervoor dat de hoeken precies op elkaar staan en bevestig de printer met de schroeven.

    Opmerking:

    Er blijven enkele schroeven over na de montage.

  10. Zet de papiercassette-eenheid en de printer aan de achterzijde vast d.m.v. de klemmen en schroeven.

  11. Plaats een label met het papierformaat in de lade.

  12. Plaats de lade voor de inkttoevoereenheid voor zwarte inkt en de papiercassette.

  13. Plaats de sticker met het cassettenummer.

  14. Plaats de uitvoerlade.

  15. Sluit de stroomkabel en andere kabels weer aan en steek de stekker van de printer in het stopcontact.

  16. Druk op om de printer aan te zetten.

  17. Druk op de knop en controleer of de papiercassette-eenheid die u hebt geïnstalleerd, wordt weergegeven op het scherm Papierinstelling.

    Opmerking:

    Wanneer u de papiercassette-eenheid wilt verwijderen, moet u de printer uitschakelen, het netsnoer uit het stopcontact halen, alle kabels loskoppelen en de installatieprocedure vervolgens in omgekeerde volgorde uitvoeren.

Ga nu verder met het instellen van het printerstuurprogramma.