Instellingen voor doorsturen configureren voor inkomende faxberichten

U kunt instellen dat faxberichten worden doorgestuurd naar maximaal vijf bestemmingen, e-mailadressen, gedeelde mappen en/of een ander faxapparaat, ongeacht de afzender of het tijdstip. Als u instellingen maakt voor het doorsturen van ontvangen faxberichten, moet u de bestemmingen van doorsturen eerst toevoegen aan de contactpersonenlijst. Om een e-mailadres door te sturen, moet u ook de instellingen van de e-mailserver van tevoren configureren.

Een e-mailserver configureren

Een gedeelde netwerkmap instellen

Contactpersonen beschikbaar maken

Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Ze worden verwerkt als documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.

Opmerking:
  • Behalve het bedieningspaneel van de printer kunt u ook Web Config gebruiken om het doorsturen van ontvangen faxberichten in te stellen. Selecteer het tabblad Fax > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen en configureer vervolgens de instellingen voor doorsturen in Faxuitvoer.

  • U kunt tegelijkertijd ontvangen faxberichten afdrukken en/of opslaan. Configureer de instellingen in het scherm Faxuitvoer.

  1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer en selecteer vervolgens Algemene instellingen > Faxinstellingen.

  2. Selecteer Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen.

    Wanneer een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.

  3. Stel maximaal vijf doorstuurbestemmingen in.

    Selecteer Doorsturen.

    Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u in plaats daarvan Ja en afdrukken.

    Bestemming > Gegeven toevoegen en selecteer vervolgens doorstuurbestemmingen in de contactpersonenlijst. U kunt tot vijf doorstuurbestemmingen opgeven.

    Tik op Sluiten voor het voltooien van het selecteren van bestemmingen voor doorsturen, en tik vervolgens op Sluiten.

    Selecteer in Opties als doorsturen mislukt of ontvangen documenten moeten worden afgedrukt of dat u ze wilt opslaan in het Postvak IN van de printer wanneer het doorsturen mislukt.

    Tik op OK.

    Belangrijk:

    Wanneer de Postvak IN vol is, wordt het ontvangen van faxberichten uitgeschakeld. U moet de documenten verwijderen uit het Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd. Het aantal documenten dat niet kon worden doorgestuurd, wordt weergegeven in op het startscherm, naast andere onverwerkte taken.

    Opmerking:

    U kunt instellen dat de printer een e-mail verzendt naar mensen die u op de hoogte wilt brengen wanneer faxberichten zijn doorgestuurd. Selecteer indien nodig E-mailmeldingen, stel de processen in en selecteer vervolgens in de contactpersonenlijst de bestemming waarnaar u de meldingen wilt verzenden.

  4. Selecteer Sluiten om de instellingen voor Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen te voltooien.

Opmerking:
  • De onvoorwaardelijke instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxberichten zijn geconfigureerd. U kunt indien nodig Algemene instellingen instellen. Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene instellingen in het menu Instellingen opsl./doorsturen.

  • Als u een gedeelde map in een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een gescande afbeelding naar de bestemming kunt sturen in de scanmodus. Selecteer op het startscherm Scannen > E-mail of Scannen > Netwerkmap/FTP, selecteer de bestemming en start het scannen.