Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Selecteer de papierbron om het papierformaat en -type op te geven dat u hebt geladen. Wanneer Auto-detectie Papierformaat is ingeschakeld, detecteert de printer het papier dat u hebt geladen.
Selecteer Aan om afdrukprioriteit te geven aan papier dat in de papierlade is geplaatst.
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron, ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Wanneer het papier bijna op is, wordt papier automatisch ingevoerd vanuit de papierbron met dezelfde instellingen als de papierinstellingen voor de afdruktaken. U kunt automatische selectie instellen voor elke papierbron voor elke functie in kopiëren, faxen of andere functie. U kunt niet alles instellen op uit.
Deze instelling is uitgeschakeld bij het selecteren van een specifieke papierbron in de papierinstellingen voor de afdruktaken. Afhankelijk van de instelling voor papiertype in het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma, wordt papier wellicht niet automatisch ingevoerd.
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder gebruik te maken van het printerstuurprogramma. De verschuivingsinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt met het printerstuurprogramma.
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achtermarge van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken.
Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
Configureer de instellingen, zoals de helderheid en het contrast, en voer een kleurcorrectie uit wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat. Wanneer deze functie is ingeschakeld, krijgen de kleurencorrectie-instellingen van de printer voorrang op de instellingen van het standaard printerstuurprogramma.
Helderheid
Contrast
Verzadiging
Roodbalans
Groenbalans
Blauwbalans
Selecteer de PDL-afdrukconfiguratie-opties die u wilt gebruiken voor PCL- of PostScript-afdrukken.
Papierformaat
Selecteer het standaard papierformaat voor PCL- of PostScript-afdrukken.
Papiertype
Selecteer de standaard papiersoort voor PCL- of PostScript-afdrukken.
Afdrukstand
Selecteer de standaard afdrukstand voor PCL- of PostScript-afdrukken.
Kwaliteit
Selecteer de afdrukkwaliteit voor PCL- of PostScript-afdrukken.
Inktbesparingsmodus
Selecteer Aan om inkt te sparen door de afdrukdichtheid te verlagen.
Afdrukvolgorde
Laatste pagina boven
Start het afdrukken vanaf de eerste pagina van een bestand.
Eerste pagina boven
Start het afdrukken vanaf de laatste pagina van een bestand.
Aantal kopieën
Stel het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
Inbindmarge
Selecteer de bindpositie.
Autom.pap.uitwerpen
Selecteer Aan om papier automatisch uit te voeren als het afdrukken tijdens een afdruktaak wordt gestopt.
Dubbelz. afdrukken
Selecteer Aan om dubbelzijdig afdrukken uit te voeren.
Lettertypebron
Resident
Selecteer dit om een voorgeïnstalleerd lettertype van de printer te gebruiken.
Downloaden
Selecteer dit om een lettertype dat u gedownload hebt te gebruiken.
Font Nr
Selecteer het standaard aantal lettertypes voor de standaard lettertypebron. Het beschikbare aantal is afhankelijk van de instellingen die u selecteerde.
Hoogte
Stel de standaardgrootte van het lettertype in als het lettertype schaalbaar is. U kunt 0,44 tot 99,99 cpi (karakters per inch) selecteren, in stappen van 0,01.
Dit item verschijnt mogelijk niet omdat het afhankelijk is van de lettertypebron of instellingen van het aantal lettertypes.
Puntgrootte
Stel de standaardhoogte van het lettertype in als het lettertype schaalbaar en proportioneel is. U kunt 4,00 tot 999,75 punten selecteren, in stappen van 0,25.
Dit item verschijnt mogelijk niet omdat het afhankelijk is van de lettertypebron of instellingen van het aantal lettertypes.
Symbolenset
Selecteer de standaard symbolenreeks. Als het lettertype dat u hebt geselecteerd niet beschikbaar is in de nieuwe symbolenset, worden de instellingen voor aantal lettertypen en de lettertypebron automatisch teruggezet naar de standaardwaarde, IBM-US.
Lijnen
Stel hier het aantal lijnen in voor het geselecteerde papierformaat en oriëntatie. Hierdoor wordt ook de regelafstand (VMI) gewijzigd en de nieuwe VMI-waarde wordt opgeslagen in de printer. Dit betekent dat verdere wijzigingen van het papierformaat of de afdrukstand een wijziging van de Form-waarde veroorzaakt, op basis van de opgeslagen VMI.
CR-functie
Selecteer het regeldoorvoercommando als u afdrukt met een stuurprogramma van een specifiek besturingssysteem.
LF-functie
Selecteer het regeldoorvoercommando als u afdrukt met een stuurprogramma van een specifiek besturingssysteem.
Pap.brontoewijzing
Stel de toewijzing in voor het selectiecommando van de papierbron. Als 4 geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel met de HP LaserJet 4. Als 4K geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel met de HP LaserJet 4000, 5000 en 8000. Als 5S geselecteerd wordt, dan zijn de commando's compatibel met de HP LaserJet 5S.
Foutrapport
Selecteer Aan om een vel af te drukken waarop de status wordt weergegeven wanneer een fout optreedt tijdens PostScript- of PDF-afdrukken.
Kleurinstel
Selecteer de kleurenmodus voor PostScript-afdrukken.
Binair
Selecteer Aan als u gegevens afdrukt die binaire afbeeldingen bevatten. De toepassing zendt de binaire gegevens mogelijk ook als de instelling van het printerstuurprogramma ingesteld is op ASCII, maar u kunt de gegevens afdrukken als deze functie ingeschakeld is.
PDF-papierform.
Selecteer het papierformaat voor het afdrukken van een PDF-bestand. Als Auto is geselecteerd, dan wordt het papierformaat bepaald op basis van de grootte van de eerste pagina.
Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
Aan
Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de gegevens afgedrukt die de printer heeft kunnen verwerken toen het geheugen vol was.
Uit
Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Geheugenapp.:
Selecteer Inschakelen als u wilt dat de printer toegang krijgt tot een geplaatst geheugenapparaat. Als Uitschakelen is geselecteerd, kunt u met de printer geen gegevens naar het geheugenapparaat. Hierdoor wordt vermeden dat vertrouwelijke documenten illegaal worden verwijderd.
Bestanden deln:
Selecteer de toegang tot het geheugenapparaat voor schrijven vanuit een computer die via een USB-aansluiting of via een netwerkaansluiting is verbonden.
Selecteer Aan om te voorkomen dat inkt op uw afdrukken vlekt. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd.
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor worden verlaagd. Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de tijdsinstelling.
Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen. De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.
Selecteer Inschakelen om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden. Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een netwerkverbinding gaan beperkt.
Specifieer de tijd in seconden die verstreken moet zijn alvorens de USB-communicatie met een computer beëindigd wordt nadat de printer een afdruktaak ontvangen heeft vanuit een PostScript-printerdriver of een PCL-printerdriver. Als het einde van de taak niet duidelijk gedefinieerd is vanuit een PostScript printerdriver of een PCL printerdriver, kan dit een eindeloze USB-communicatie veroorzaken. Als dit gebeurt, beëindigt de printer de communicatie na het verstrijken van de ingestelde tijd. Voer nul (0) in als u de communicatie niet wenst te beëindigen.