Wanneer u het wachtwoord wilt versleutelen, moet u een back-up maken van de encryptiesleutel. Maak van tevoren een USB-stick klaar voor de back-up. Er moet minimaal 1 MB vrij geheugen op de USB-stick staan.
Wanneer u de TPM-chip vervangt, moet de encryptiesleutel in het USB-geheugen staan. Bewaar de USB-stick op een veilige plek.
Selecteer Instel. op het startscherm.
Selecteer Algemene instellingen > Systeembeheer > Veiligheidsinstel. > Wachtwoordcodering.
Selecteer Aan voor Wachtwoordcodering.
Wanneer een bericht wordt weergegeven, leest u de inhoud en tikt u vervolgens op OK.
Selecteer Ga verder naar back-up.
Het scherm voor het maken van een back-up van de encryptiesleutel wordt weergegeven.
Sluit de USB-stick aan op de USB-poort voor de externe interface van de printer.
Tik op Back-up starten.
Het schrijven naar de USB-stick wordt gestart. Als er al een encryptiesleutel is opgeslagen op de USB-stick, wordt deze overschreven.
Wanneer het bericht wordt weergegeven dat de back-up is voltooid, tikt u op Sluiten.
Druk op de knop
om de printer uit te zetten.
Druk op de knop
om de printer weer in te schakelen.
Het wachtwoord is versleuteld.
Het opstarten van de printer kan langer duren.