Een Zelfondertekend certificaat bijwerken

Aangezien het Zelfondertekend certificaat door de printer wordt afgegeven, kunt u het bijwerken wanneer het is verlopen of wanneer de beschreven inhoud verandert.

De zelfondertekende certificaten voor SSL/TLS en S/MIME worden apart afgegeven. Werk elk certificaat indien nodig bij.

Belangrijk:

Wanneer u een zelfondertekend certificaat bijwerkt door het tabblad Netwerkbeveiliging > S/MIME > Clientcertificaat te selecteren, kunt u E-mailadres afzender op het tabblad Netwerk > E-mailserver > Basis niet wijzigen. Als u E-mailadres afzender wilt wijzigen, moet u alle handtekeninginstellingen wijzigen in Handtekening niet toevoegen door het tabblad Netwerkbeveiliging > S/MIME > Basis te selecteren en vervolgens het zelfondertekende certificaat voor S/MIME te verwijderen.

  1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging. Selecteer vervolgens SSL/TLS > Certificaat of S/MIME > Clientcertificaat.

  2. Klik op Update.

  3. Voer Algemene naam in.

    U kunt maximaal 5 IPv4-adressen, IPv6-adressen, hostnamen en FQDN’s tussen 1 en 128 tekens invoeren. Scheid ze met komma's. De eerste parameter wordt opgeslagen als de algemene naam. Andere parameters worden opgeslagen in het aliasveld van de certificaathouder.

    Voorbeeld:

    IP-adres van de printer: 192.0.2.123, printernaam: EPSONA1B2C3

    Algemene naam: EPSONA1B2C3,EPSONA1B2C3.local,192.0.2.123

  4. Geef een geldigheidsduur op voor het certificaat.

  5. Klik op Volgende.

    Er wordt een bevestiging weergegeven.

  6. Klik op OK.

    De printer wordt bijgewerkt.

Opmerking:

U kunt de certificaatgegevens controleren door op Bevestigen op het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat > Zelfondertekend certificaat of S/MIME > Clientcertificaat > Zelfondertekend certificaat te klikken.