U moet het volgende instellen voordat u gaat scannen.
Configureer de e-mailserver.
Registreer van tevoren een e-mailadres in de contactpersonenlijst, zodat u het adres eenvoudig kunt opgeven door deze in de contactpersonenlijst te selecteren.
Controleer of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer juist zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
Plaats de originelen.
Selecteer Scannen > E-mail op het bedieningspaneel.
Geef de adressen op.
.
op het tabblad Frequent en selecteer een ontvanger in de weergegeven lijst.
Het aantal ontvangers dat u hebt geselecteerd, wordt rechts in het scherm weergegeven. U kunt e-mails verzenden naar maximaal 10 adressen en groepen.
Als de ontvangers groepen bevatten, kunt u in totaal tot 200 afzonderlijke adressen selecteren, de adressen in de groepen meegeteld.
Tik op het adresvak boven aan het scherm om de lijst met geselecteerde adressen weer te geven.
Tik op Menu om de verzendgeschiedenis weer te geven of af te drukken, of de instellingen van de e-mailserver te wijzigen.
Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en breng zo nodig aanpassingen aan.
Menuopties voor scannen naar een e-mail
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
Selecteer
om de standaardinstellingen te herstellen.
Als u de originelen wilt opslaan in de opslagruimte, selecteert u Bestand opslaan en configureert u de instellingen. Stel Instelling in om aan te geven of de gescande afbeelding alleen in de opslagruimte moet worden opgeslagen.
U hoeft de ontvanger niet in te voeren als u de gescande afbeelding alleen in de opslagruimte hebt opgeslagen.
Tik op
.