Als u optionele apparaten wilt gebruiken, moet u instellingen configureren in het PostScript-printerstuurprogramma.
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Systeem > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Printereigenschappen. Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen het optionele apparaat in de instelling Installeerbare opties.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en selecteer Printereigenschappen. Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen het optionele apparaat in de instelling Installeerbare opties.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Printereigenschappen. Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen het optionele apparaat in de instelling Installeerbare opties.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Configuratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen het optionele apparaat in de instelling Installeerbare opties.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen het optionele apparaat in de instelling Installeerbare opties.