Items voor het instellen van bestemmingen

Items

Instellingen en toelichting

Algemene instellingen

Naam

Voer een naam in die in de contactpersonen wordt weergegeven. Deze mag maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.

Indexwoord

Voer zoekwoorden van maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8) in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.

Type

Selecteer het type adres dat u wilt opslaan.

Toewijzen aan frequent gebruik

Dit item wordt weergegeven in het scherm Web Config, maar kan niet op deze printer worden gebruikt.

Fax

Faxnummer

Voer minimaal 1 en maximaal 64 tekens in. Gebruik 0–9 - * # en spatie.

Faxsnelheid

Selecteer een communicatiesnelheid voor een bestemming.

E-mail

E-mailadres

Voer minimaal 1 en maximaal 255 tekens in. Gebruik A–Z a–z 0–9 ! # $ % & ' * + - . / = ? ^ _ { | } ~ @.

Netwerkmap (SMB)

Opslaan in

\\"Mappad"

Voer de locatie van de doelmap in. Gebruik hiervoor tussen 1 en 253 tekens in Unicode (UTF-8) en laat "\\" weg.

Gebruikersnaam

Voer een gebruikersnaam in voor toegang tot een netwerkmap. Deze mag maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes (0x00 tot 0x1f, 0x7F).

Wachtwoord

Voer een wachtwoord in voor toegang tot een netwerkmap. Dit mag maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes (0x00 tot 0x1f, 0x7F).

FTP

Veilige verbinding

Selecteer FTP of FTPS, afhankelijk van het protocol voor bestandsoverdracht dat door de FTP-server wordt ondersteund. Selecteer FTPS om communicatie door de printer met beveiligingsmaatregelen toe te staan.

Opslaan in

Voer de servernaam in. Gebruik hiervoor minmaal 1 en maximaal 253 tekens in ASCII (0x20–0x7E) en laat "ftp://" weg.

Gebruikersnaam

Voer een gebruikersnaam in voor toegang tot een FTP-server. Gebruik maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes (0x00 tot 0x1f, 0x7F). Als de server anonieme verbindingen toestaat, voert u als gebruikersnaam bijvoorbeeld Anoniem en FTP in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.

Wachtwoord

Voer een wachtwoord in voor toegang tot een FTP-server. Dit mag maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes (0x00 tot 0x1f, 0x7F). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.

Aansluitmodus

Selecteer de verbindingsmodus in het menu. Als tussen de printer en de FTP-server een firewall is ingesteld, selecteert u Passieve modus.

Poortnummer

Voer een FTP-serverpoortnummer van 1 tot 65535 in.

Certificaatvalidatie

Het certificaat van de FTP-server is geldig wanneer dit is ingeschakeld. Deze optie is beschikbaar wanneer FTPS is geselecteerd bij Veilige verbinding.

Als u dit wilt configureren, moet u het CA-certificaat naar de printer importeren.