Houd de inktvoorraadeenheden uit de buurt van direct zonlicht.
Bewaar de inktvoorraadeenheden niet bij hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Epson raadt aan om de inkttoevoereenheid te gebruiken voor de vervaldatum op de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u verpakkingen van de inkttoevoereenheid met de onderkant naar beneden.
Nadat u een inkttoevoereenheid uit koude opslag haalt, moet u deze minstens 12 uur laten opwarmen tot kamertemperatuur voordat u deze gebruikt.
Laat de inkttoevoereenheid niet vallen of tegen harde voorwerpen botsen. Hierdoor kan er inkt lekken.
Raak de in de figuur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Zorg dat er altijd inktcartridges in de printer zijn geplaatst. Anders kan inkt die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblijft uitdrogen en kunt u mogelijk niet afdrukken.
Als u een inkttoevoereenheid tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen vuil en stof. Bewaar de inkttoevoereenheid in dezelfde omgeving als de printer. Omdat de inkttoevoerpoort is uitgerust met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoeft u zelf geen deksel of dop te verschaffen.
Verwijderde inkttoevoereenheid kunnen inkt rond de inkttoevoerpoort hebben. Voorkom daarom om inkt op het omliggende gebied te krijgen wanneer u de inkttoevoereenheid verwijdert.
Deze printer gebruikt een inkttoevoereenheid die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de hoeveelheid resterende inkt. Dit betekent dat zelfs wanneer de inkttoevoereenheid uit de printer wordt verwijderd voordat het leeg is, u de inkttoevoereenheid nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer plaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de inkttoevoereenheid achter wanneer de printer aangeeft dat u de inkttoevoereenheid moet vervangen. De opgegeven capaciteiten bevatten deze reserve niet.
Demonteer of pas de inkttoevoereenheid niet aan. Dit kan ervoor zorgen dat u niet meer normaal kunt afdrukken.
U kunt de inkttoevoereenheid die als vervanging met de printer zijn geleverd niet gebruiken.
Als de vorm is veranderd omdat de inkttoevoereenheid bijvoorbeeld is gevallen, herstelt u dit voordat u de eenheid in de printer plaatst, anders kan de eenheid mogelijk niet correct worden ingesteld.
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten, zoals reiniging van de printkop, een beetje inkt uit de inkttoevoereenheid gebruikt. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u de printer inschakelt.
De inkt in de inkttoevoereenheid die met de printer zijn meegeleverd, worden deels gebruikt tijdens de eerste installatie. De printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen. Dit eenmalige proces verbruikt een bepaalde hoeveelheid inkt en daarom is het mogelijk dat deze inkttoevoereenheid minder pagina's afdrukt in vergelijking met de volgende inkttoevoereenheid.
De opgegeven capaciteit hangt af van de afbeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Voor de beste resultaten dient u de inkttoevoereenheid binnen twee jaar na de installatie te gebruiken.