Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen).
Klik op + en selecteer vervolgens uw printer in het weergegeven scherm.
Geef de volgende instellingen op.
Klik op Toevoegen.
Als uw printer niet in de lijst staat, controleer of hij goed aangesloten en ingeschakeld is.
Voor een USB-, IP- of Bonjour-verbinding moet u de optionele papiercassette handmatig instellen nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.