Wanneer de uitvoerlade wordt uitgeworpen, controleer dan of er geen papier op de lade ligt. Vervolgens duwt u de lade dicht met uw hand.
Open de voorkap (tot de klik).

Controleer of de printer niet in werking is en trek dan de papiercassette 1 naar buiten. Papiercassette 1 heeft het uitlijningsteken
zodat u deze gemakkelijk terugvindt.

Als papiercassette 1 zich achterin bevindt en niet kan worden uitgeschoven, schuift u hem uit door de printer uit en weer in te schakelen.
Zet de zijgeleiders op de ruimste positie.

Schuif de voorste geleider naar het papierformaat dat u wilt gebruiken.

Met de te bedrukken zijde omlaag plaatst u het papier tegen de voorste geleider.

Zorg ervoor dat het papier niet verder komt dan het driehoekje aan het eind van de cassette.

Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven. Laad het papier niet tot boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider.

Laad geen verschillende papiersoorten in de cassette.
Schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.

Papiercassette 1 plaatsen. Lijn de uitlijningstekens op de printer en de cassette uit.

Schuif de uitvoerlade uit.
