![]() |
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk of de verbinding is verbroken. |
![]() |
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk. |
![]() |
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het draadloze (wifi-)netwerk. |
![]() |
De printer is verbonden met een draadloos (wifi-)netwerk. Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is. |
![]() |
De printer is niet verbonden met een draadloos (wifi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). |
![]() |
De printer is verbonden met een draadloos (wifi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). |
Selecteer het pictogram om het scherm Netwerkverb.inst. weer te gegeven.
Wanneer de printer nog niet is verbonden met een netwerk.
Selecteer het pictogram van de gewenste verbindingsmethode en tik vervolgens op het volgende scherm op Start de instelling om het instellingenmenu weer te geven.

Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk.
Hiermee wordt de informatie weergegeven van de netwerkinstellingen, bijvoorbeeld het IP-adres van de printer.
Deze instelling kunt u ook configureren via het menu Instel..
Instel. > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen