/ Scannen (aangepast) / Een nieuwe taak maken / Instellingen naamcomponenten Scherm

Instellingen naamcomponenten Scherm

In dit scherm kunt u gedetailleerde instellingen configureren en items voor elke bestandsnaam bekijken wanneer u afbeeldingen opslaat.

Selecteer in Componenten bestandsnaam de items die u wilt opnemen in de bestandsnaam.

Welke items worden weergegeven, is afhankelijk van uw instellingen en het model.

Als er al een bestand met dezelfde bestandsnaam in de opslaglocatie staat, wordt aan het eind van de bestandsnaam een getal toegevoegd (beginnend bij 1) en wordt het bestand hermoemd en opgeslagen.

Item

Uitleg

Naam taak

Hiermee wordt de taaknaam weergegeven.

Computernaam

Hiermee wordt de computernaam weergegeven.

Gebruikersnaam

Hiermee wordt de gebruikersnaam weergegeven.

Streepjescode

Alle streepjescode-types

Selecteer Alle streepjescode-types om alle streepjescodetypen als een batch te selecteren.

Schakel Alle streepjescode-types uit om afzonderlijke streepjescodetypen te selecteren.

Detectiegebied

Selecteer Automatisch detecteren om streepjescodes automatisch te detecteren. U kunt maximaal vier streepjescodes detecteren.

Selecteer Gebied opgeven om dit naar het voorbeeldscherm te slepen en het detectiegebied voor streepjescodes op te geven.

Als het voorbeeldscherm niet wordt weergegeven, plaatst u het origineel en klikt u op Scan om het voorbeeld weer te geven.

Maximale lengte gedetecteerde tekst

Stel het maximum aantal streepjescodetekens in dat kan worden gedetecteerd.

U kunt maximaal 250 tekens invoeren.

Toon het detectieresultaat

Selecteer deze optie om de resultaten van de streepjescodedetectie na het scannen te controleren. Als er geen streepjescode is gedetecteerd, wordt de naam “[streepjescode]” toegevoegd.

OCR

Herkenningstekst

Selecteer de OCR-taal of het OCR-lettertype.

Maximale lengte gedetecteerde tekst

Stel het maximum aantal teksttekens in dat kan worden gedetecteerd.

Toon het detectieresultaat

Selecteer deze optie om de resultaten van de OCR-detectie na het scannen te controleren.

Tekentype

Selecteer Alle ondersteunde tekens om alle teksttypen als een batch te selecteren.

Schakel Alle ondersteunde tekens uit om afzonderlijke teksttypen te selecteren.

Weergave scan

Sleep rond de tekst om het gebied vast te leggen dat met OCR moet worden gedetecteerd.

Als het voorbeeldscherm niet wordt weergegeven, plaatst u het origineel en klikt u op Scan om het voorbeeld weer te geven.

Formulier

Alle formulieren

Selecteer deze optie om alle opgeslagen formulieren als een batch te selecteren.

Toevoegen: sla een nieuw formulier op dat u wilt gebruiken om detectie en scheiding uit te voeren. Scan een leeg formulier en voer de naam in die u wilt opslaan.

Bewerken: sla een reeds opgeslagen formulier opnieuw op. Selecteer de naam van het formulier dat u wilt bewerken en klik erop. Scan een leeg formulier of geef het een nieuwe naam om het opnieuw op te slaan.

Verwijderen: hiermee wordt een formulier uit de lijst met te sorteren formulieren verwijderd. Selecteer de naam van het formulier dat u wilt verwijderen en klik erop.

Niveau overeenkomst

Selecteer bij welke mate van overeenkomst tussen de gescande afbeelding en het opgeslagen formulier er moet worden gescheiden.

Als u soortgelijke formulieren hebt en u de scheidingsresultaten wilt waarborgen, selecteert u Strikt.

Als u verschillende formuliertypen hebt, selecteert u Bij benadering.

Gedraaide formulieren detecteren

Selecteer deze optie om gedraaide formulieren te detecteren en als hetzelfde formuliertype te sorteren.

Niet-overeenkomende pagina's opslaan als [Niet gesorteerd]

Selecteer deze optie om afbeeldingen die niet als formulieren voor scheiding konden worden herkend te sorteren en op te slaan als Niet gesorteerd.

Als deze optie niet is geselecteerd, worden niet-overeenkomende pagina's gesorteerd als hetzelfde formuliertype als de vorige pagina.

Bevestigingsscherm weergeven

Selecteer deze optie om de resultaten van de formulierdetectie na het scannen te controleren.

Tijdstempel

U kunt een datum en tijd toevoegen aan de geselecteerde weergave-indeling.

Paginateller

Stel Cijfer en Startnummer in.

Wanneer u Getal paginateller behouden selecteert, krijgt de bestandsnaam een nummer toegewezen dat volgt op het nummer dat voor de vorige scan is gebruikt, ook als er nummer ontbreekt in de doelmap.

Wanneer deze optie wordt uitgeschakeld, krijgt het bestand het laagste nummer uit de map toegewezen als er een nummer ontbreekt in de doelmap.

Opmerking:
  • De scanresolutie moet tussen 200 tot 600 dpi liggen. Wanneer u scheidt met OCR, moet de resolutie tussen 200 tot 400 dpi liggen.

  • Als de bestandsnaam te lang is, kan het bestand niet worden opgeslagen.

Boven