Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de knoppen
,
,
en
en het softwaretoetsenbord op het lcd-scherm. Druk op de knop
,
,
of
om op het toetsenbord een teken of functietoets te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, selecteert u OK en drukt u vervolgens op de knop OK.

|
Functieknop |
Beschrijvingen |
|---|---|
|
|
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts. |
|
A 1 # |
Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens of symbolen gebruiken. U kunt ook schakelen met de knop |
![]() |
Hiermee typt u een spatie. |
![]() |
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace). |
|
OK |
Hiermee voert u de geselecteerde tekens in. |
.

