Kabels aansluiten

Sluit de kabel van de AC-adapter en kabels van uw apparaten, bijvoorbeeld een tablet of computer, aan op de connectoren onderaan de printer.

1. Verwijder de printerkleppen.

De printerkleppen verwijderen

2. Sluit de AC-adapter en de interfacekabel aan op de connectoren onderaan de printer.

Voor informatie over de typen aansluitingen, zie Aansluitingen.


NB:

• Als u het optionele klantendisplay (DM-D30/DM-D70) of de optionele draadloze LAN-eenheid gebruikt, sluit deze dan op de USB-A-connector aan.

• Als uw model slechts één USB-A-connector heeft en u zowel het klantendisplay (DM-D30) als de draadloze LAN-eenheid wilt gebruiken, sluit dan de draadloze LAN-eenheid op het klantendisplay aan.
  Raadpleeg voor de installatie-instructies de Technical Reference Guide of de gebruikershandleiding van het klantendisplay.

3. Controleer in welke richting het afgedrukte papier moet worden uitgeworpen en bevestig de printerkleppen dienovereenkomstig.
   Hoe u de kleppen bevestigt, is afhankelijk van de richting waarin u het afgedrukte papier wilt laten uitwerpen.

De printerkleppen bevestigen

4. Sluit de interfacekabel aan op uw apparaat zoals een tablet of een computer.

5. Doe de stekker van de AC-kabel in het stopcontact.

WAARSCHUWING:

• Stop de stekker van de AC-kabel nooit in een stopcontact dat niet overeenkomt met de ingangsspanning van de AC-adapter. Dit kan leiden tot schade aan de printer.

• Als er ooit een defect optreedt, moet u de voeding naar de printer onmiddellijk uitschakelen en de AC-kabel loskoppelen van het stopcontact.